| De kern | Jaap den Haan - 26.01.2008 13:14
Ik heb even pauze genomen. Er gebeuren alleen belangrijke dingen als ik weg ben geweest. Ik had gisteren een leuke dag, en ging later naar het café, maar kreeg ik weer zo'n ouwehoer over me heen, gezellig samen zitten sterven met me. Daar moet ik dan dankbaar voor zijn. Hij wilde me vijf keer een hand geven en even zo vaak afscheid nemen; uiteindelijk deed hij dat laatste dan echt, alsof hij me alleen op de Noordpool overliet aan een gewisse dood, en ging naar de plee. Ik ging na hem. Hij ging bij zijn soortgenoten aan de bar zitten. Over wildplassen gesproken. Toen ik terugkwam, zei ik: " Je pist naast de pot. En als ik na je kom, zal ik daar voor op moeten draaien. Zo gaat dat. En dit was ook de kern van ons gesprek. " Als ik niet zoiets gezegd had, was ik er waarschijnlijk uit gegooid, omdat ik hem al teveel had tegen gesproken, terwijl hij me een jaar eerder op een glas bier had getrakteerd, wat ik vergeten was, hem ook trouwens. Hij maakte daar een punt van. En die zak komt dan naar me toe, begint te me uit te vragen wat ik in het café zoek enzovoort, omdat ik niet veel zeg en in een 'hoekje zit', en wat voor werk ik doe, en besluit dan - hij was aanvankelijk nog wel oké: " Ik dacht wel dat je geen werker bent " , terwijl hij me een telefoon in mijn handen duwt om zijn vrouw gedag te zeggen, die drama schrijft voor de televisie, en net even belt. Ze had misschien even geen inspiratie. " Hoi, hoi. " Hij heette Arie, maar ik kwam daar te laat achter. Ik was verplicht dankbaar te glimlachen en complimenten uit te delen omdat ik ook nu al weer een glas bier van hem had gekregen, echter bijna met het paternalisme van de homofiele pater, zo bleek. Het stond er al voor ik in de gaten had dat ik er in gestonken was. Ja, op een gegeven moment wilde hij natuurlijk ook mijn mening horen over homo's, en of ik er misschien een zou kunnen zijn; zonder homo bestaat er geen gesprek in een café. Zo gaat dat met de respectabele burger. In veel opzichten ben ik het met je eens, maar in één ding toch niet altijd, dat je me eens zei dat je geen agressie moet krijgen. Zonder dat slaapt iedereen in. Later kwam er nog een lul naar me toe die me een half uur lang probeerde met 'u' aan te spreken, terwijl ik inmiddels met iemand anders in gesprek was. Hij viel in slaap naast me in zijn stoel. Hij heeft daar een uur in zijn stoel liggen snurken met zijn hangbuik en grijsgele hangsnor snor van het bier. Als ik niet in had gezien dat hij zo dom was, had ik medelijden met hem gehad, zo aandoenlijk was het. Doordat de barkeeper plotseling zijn handen vol had aan allerlei van dit soort gasten waar het café mee vol liep, steeg ik plotseling van het niveau van de paria tot dat van de laatste strohalm, als ik dat al niet was. Alleen kwam dat bij de eerste bestelling nog niet zo uit, me als zodanig te respecteren. Hierdoor kon ik, ondanks alles, toch mijn mening over enkele maatschappelijke vraagstukken naar voren brengen. Ze hadden me bijna meegetrokken in de afgrond. Dus acrobatiek was het wel. Er is heel veel agressie nodig, zoveel dat je er zuinig mee om moet gaan, dat wel. Het sfeerbeeld moet duidelijk worden voor het publiek. | |
|