Afgelopen dinsdag werd in de tweede kamer een motie aangenomen om het kraakverbod te herstellen. Het klinkt misschien wat tegenstrijdig van een krakerte, maar eigenlijk vind ik dat helemaal niet zo’n slecht idee. Ik zal het proberen uit te leggen:
Er zijn drie belangrijke redenen voor: 1.- De wet vertoont ernstige tekortkomingen die moeten worden hersteld; 2.- De huidige handhaving is een vorm van straffen zonder tussenkomst van de rechter; en 3.- Het kraakverbod mag ook worden toegepast op niet- krakers.
1.- De wet vertoont tekortkomingen
In het profproces van stichting 138a stelde het Hof Den Haag op 8 november 2010 vast dat het kraakverbod tekortkomingen bevat. Dit arrest is een jaar later, op 27 november 2011 ook door de Hoge Raad bevestigd. Deze tekortkoming is op 2 december 2010 gerepareerd met een beleidsnotitie van het College van procureurs generaal.
Voor de duidelijkheid; deze tekortkoming gaat niet over de strafbepaling (artikel 138a Sr) maar over de bevoegdheid (artikel 551a Sv) om te ontruimen. Met het toepassen van die bevoegdheid, de zogenaamde strafvorderlijke ontruiming, wordt iemand uit hen woning gezet. Dat is dus een zg vernietigende inbreuk op het huisrecht, en dat huisrecht is weer een heel belangrijk grondrecht.
Kortgezegd stelde Hof en Hoge Raad in bovengenoemde uitspraken vast dat het kraakverbod te onduidelijk was, dat deze te veel ruimte liet voor onterechte of willekeurige toepassing. Een minimale eis is dat een toets door een onafhankelijke rechter (dus niet de Officier van Justitie) vooraf, gegarandeerd moet worden.
Deze tekortkoming is toen halsoverkop gerepareerd met de bovengenoemde beleidsnotitie. Kort gezegd komt het er op neer dat een ontruiming vooraf schriftelijk wordt aangekondigd. De mensen die dreigen hun woning te worden uitgezet moeten daar dan zelf een rechtszaak tegen starten. Een spoedprocedure wel te verstaan. Er zijn 3 problemen: a) het is een nood reparatie; b) het initiatief wordt bij de bewoners gelegd; en c) het is een spoedprocedure.
a) Nood reparatie
De wet is duidelijk en bij iedereen bekend (althans, als het goed is) en daardoor behoorlijk binden. Bij een beleidsnotitie is dat veel minder het geval. Zo zie je de afgelopen jaren keer op keer dat de politie probeert te ontruimen zonder schriftelijke aankondiging. Telkens weer worden er nieuwe uitzonderingen verzonnen, barricaderen, openbare orde, andere strafbare feiten, heterdaad en nu zelfs weer een soort 24 uurs regel) en telkens weer is het dan aan de bewoners om dat via de rechter een halt toe te roepen.
Duidelijk is dat een reparatie van de wet noodzakelijk is. Een noodreparatie zoals deze beleidsnotitie is en blijft veel te vrijblijvend. Het heeft misschien voor de korte termijn wat verbetering gegeven, maar er is geen enkel excuus om een noodreparatie 8 jaar lang een structureel onderdeel te laten zijn van een wet.
b) Initiatief
In de huidige praktijk is het aan bewoners om een rechtszaak te starten. Het basis beginsel dat mensen onschuldig zijn tot schuld bewezen is, wordt hiermee overboord gezet. Er ontstaat een enorme drempel, ten eerste financieel, maar daarnaast ook omdat degeen die bedreigt wordt met ontruiming op dat moment ook verdacht wordt van een strafbaar feit. Je wordt dus, om een ontruiming te voorkomen gedongen mee te werken aan je eigen veroordeling.
Over die financiële kant kan ik uit eigen ervaring wel wat vertellen. De keuze om wel of niet een rechtszaak te starten tegen een ontruiming wordt altijd gedomineerd door het risico op proceskosten veroordeling mocht je de zaak verliezen. Dat gaat dan al gouw over zo’n € 1.200,-. Dat is voor bewoners die vaak niet tot de economische top behoren, een flinke smak geld. De eigenlijke vraag, of een ontruiming wel of niet rechtvaardig is en of je je recht wil halen, speelt hooguit op de achtergrond een rol.
Dit is ook precies de manier waarop proceskosten veroordelingen door de staat ingezet worden, om een drempel op te werpen. Het is niet zo dat € 1.200,- een onoverbrugbaar gat in de rijksbegroting slaat. Het is wel zo dat het bewoners (waaronder krakers) vaak in grote financiële problemen brengt. En ook dan wordt het geld weer ingezet om mensen bij de rechter weg te houden. Als voorwaarde voor een betaalregeling heeft de landsadvocaat mij letterlijk bevolen geen rechtszaken meer tegen de Staat te voeren. Dus ik wordt geacht ieder machtsmisbruik te accepteren om uit de financiële problemen te komen? Ik dacht het niet, geen betaalregeling dus.
Dit is te meer schokkend omdat de door bewoners gevoerde rechtszaken een structureel onderdeel zijn geworden van de handhavingspraktijk. Het is een jonge, verse wet die getoetst moet worden. Ook de https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/kamerstuk... “>minister (bovenaan pagina 3) benadrukte bij de evaluatie de noodzaak en het nut van deze procedures. Als eerder aangegeven werden er al direct na inwerkingtreding ernstige tekortkomingen vastgesteld en zijn daarna divers pogingen tot misbruik door de rechter een halt toe geroepen.
Ook de door de minister in de brief hierboven genoemde 24 uur tegel is zo’n misbruik. Zo’n regels was in de jaren ’80, voor invoering van het vorige kraakverbod (artikel 429sexies Sr) in veel lokale APV’s opgenomen. Toen der tijd heeft de Hoge Raad daar ach korte metten mee gemaakt. Des ondanks is dit momenteel de handhavingspraktijk. Om dat te stoppen zullen bewoners moeten gaan procederen, tot aan de Hoge Raad wel te verstaan. Als je door procedeert kunnen de proceskosten oplopen tot meer dan € 5.000,-. Dat is een drempel en dat is de rede dat de minister al jaren mee weg komt met dit machtsmisbruik. En dan zeggen dat het Openbaar Ministerie nog probeert duidelijkheid van de rechter te krijgen!
c) Spoed procedure
Dit wordt misschien een beetje een technisch verhaal, maar ik ga een poging wagen: Het Kort Geding is een spoedprocedure. De gebruikelijke procedure kan soms veel tijd in beslag nemen. Er kunnen zich situaties voor doen waarin, in de loop van de procedure schade ontstaat die dan achteraf kan blijken een schending geweest te zijn. Ik noem maar wat, je maakt bezwaar tegen een vergunning maar ondertussen kan er al gebouwd worden. Op dat moment is het risico voor de bouwer. Als dan achteraf de vergunning vernietigd wordt moet de vergunning houder het bouwwerk weer afbreken. Soms is dat mogelijk, soms ook niet. Als het bijvoorbeeld een kapvergunning betreft kan een gekapte boom achteraf niet weer opnieuw in elkaar geplakt worden. Voor dat soort gevallen zijn aanvullende maatregelen noodzakelijk.
Je vraagt dan een rechter om een tijdelijke maatregel te treffen. In het voorbeeld hierboven is het bestuursrecht en dan heet zo’n maatregel een voorlopige voorziening (VoVo). In een civiele procedure een Kort Geding (KG). Anders dan je misschien zou denken is de rechtszaak om een ontruiming te starten geen strafrechtelijk maar een civiele. Je vraagt de rechter om een voorziening te treffen tegen een onterechte toepassing van een strafvorderlijke bevoegdheid, een Kort Geding tegen de Staat (KGTS) dus. In deze profprocedure wordt geen zogenaamde ‘vaststelling van recht’ gesteld. Het gaat om een voorlopig oordeel. Je zult de rechter moeten overtuigen dat het dermate duidelijk is dat je de echte (bodem) rechtszaak gaat winnen en dat de eventuele schade dermate groot is en onherstelbaar, dat er op voorhand alvast een maatregel getroffen moet worden.
Kortom, een kort geding is een aanvulling op de gebruikelijke procedure, voor gevallen waarin de gebruikelijke procedure niet toereikend is en ernstige schendingen niet kan voorkomen. In de handhavingspraktijk van het kraakverbod is deze aanvullende procedure een structureel onderdeel van de rechtsbescherming, het enige mogelijke instrument zelfs en geen aanvulling op iets anders. Zo worden ernstige, vernietigende, inbreuken op basis grondrechten gepleegd zonder vaststelling van recht.
2.- Straffen zonder rechter
Er was ooit het nobele idee dat mensen niet schuldig zijn voordat schuld bewezen is. We wilde ook niet 1 macht hebben die rechter, jury en beul speelde. Die machten hebben we uit elkaar getrokken in schrijvende, sprekende en handhavende macht. Dan is het de bedoeling dat politie en OM niet de partijen zijn die straffen, dat mag alleen de rechter. Buitengewoon vervelend allemaal, daarom wordt er altijd getrokken aan de scheiding der machten. Wet Mulder, OM aanzegging, langer voorarrest en politie die het geweldsmonopolie toe passen als straf in plaats van handhaving.
De strafvorderlijke ontruiming past in die trend. Hoe hard je dit ook (enkel) een strafvorderlijke bevoegdheid blijft noemen, het voelt echt als een straf. Je wordt je huis uit gezet, je staat op straat, al je bestaansmogelijkheden worden je ontnomen. Dit is een straf die veel meer impact maakt dan een boete, taakstraf of zelfs gevangenis. Je kan geen kant meer op.
Als dit een strafvorderlijke bevoegdheid zou zijn, dan is het een bevoegdheid die enkel kan worden toegepast in het kader van een strafrechtelijk onderzoek. De bewoners worden aangemerkt als verdachte van een strafbaar feit. Echter, in dat onderzoek wordt enkel de ontruimingsbevoegdheid, de meest verregaande, toegepast. Na ontruiming hoor je er nooit meer iets van. Ja, het vermeende strafbare feit wordt beëindigd, maar daarmee wordt ook al het bewijs vernietigd. Bovendien, als je de verdachte niet zou ontruimen, weet je tenminste waar die zit. Er is geen vlucht gevaar, tot je ontruimt.
Dus inderdaad, het kraakverbod wordt onvoldoende gehandhaafd. Vrijwel nooit worden verdachten daadwerkelijk strafrechtelijk vervolgd, laat staan veroordeeld. Was het maar zo, want dan zou blijken dat ze vrijwel nooit schuldig zijn en de marginale strafjes niet in verhouding staan tot de impact van een ontruiming.
3.- Ontruiming niet krakers
Dit punt lijkt een beetje ondergesneeuwd te zijn geraakt, maar is echt heel ernstig. Kort gezegd, huurders waarvan het contract is opgezegd kunnen met het kraakverbod ontruimd worden. Hier heeft de Hoge Raad in 2015 een heel problematische uitspraak over gedaan.
Okee, het huurrecht gaat er vanuit dat een huurcontract na opzegging in stand blijft. Alleen de rechter kan een huurcontract beëindigen. Dit is voor verhuurders natuurlijk vervelend, daarom zijn er aller handen uitzonderringen ontstaan. Sommige met wettelijke zegen, zoals tijdelijke verhuur. Andere in een grijs gebied, zoals anti kraak. Als in dat laatste geval een verhuurder na opzegging van het huurcontract naar de politie zou stappen en aangifte zou doen van kraken, komt een huurder ineens in aanmerking voor strafvorderlijke ontruiming. Aan deze praktijk heeft het hof in 2015 hen zegen gegeven. Dit terwijl uit de parlementaire behandeling duidelijk blijkt dat dit niet de bedoeling was.
16705