Hier kun je discussieren over Ford Genk: nog een verslag over stakingen in België.
Afgelopen zondag 11 november, vroeg in de ochtend, reisden wij met enkele Vrije Bonders vanuit Amsterdam naar Genk, om ons aan te sluiten bij onze Vlaamse kameraden van de Vrije Bond die mee zouden lopen in een grote demonstratie tegen de sluiting van de Ford-fabriek in Genk.
Door een Vrije Bonder
Ford Genk
De Ford-fabriek in het dorp Genk (65.000 inwoners; vlakbij de Nederlandse grens) wil in 2014 zijn poorten sluiten waardoor zo’n 4500 mensen hun baan zullen verliezen. Hierdoor staan ook nog eens 5500 banen bij allerlei (veelal verzelfstandigde) toeleveranciers op de tocht. En dan hebben we het nog niet eens over de toekomstige ontslagen die zullen vallen bij de bedrijven die indirect ook van Fords bedrijvigheid afhankelijk zijn (horeca, transport, etc.), vanwege de algemene terugval in de lokale economie die de sluiting zal veroorzaken.
Genk is het industriële centrum van Vlaams-Limburg en op economisch gebied de derde belangrijkste stad van Vlaanderen, vooral vanwege de drie steenkoolmijnen die zich vroeger in het dorp bevonden. Begin twintigste eeuw werd er steenkool ontdekt, die vervolgens in de vorm van drie mijnen werd geëxploiteerd. De eerste mijn sloot in 1966, de overige twee in de jaren tachtig. Sluiting van de mijnen was destijds een ramp voor de inwoners van het dorp, aangezien velen direct of indirect, hun baan te danken hadden aan de steenkoollagen in de Genkse grond. Heftige protesten waren het gevolg.
De ligging van Genk aan snelweg en kanaal zorgde na de Tweede Wereldoorlog echter voor nieuwe bedrijvigheid, waarbij Ford een van de grootste werkgevers werd. Dat de aanstaande sluiting een nieuwe ramp zal betekenen voor het dorp staat vast. In het door Zuid-Europese arbeidsmigranten gedomineerde dorp (een derde van de bevolking is allochtoon; veel Grieken en Italianen) hebben veel mensen het kennelijk nu al moeilijk. Uit een in juni 2012 gepubliceerd rapport bleek bijvoorbeeld dat 60% van de schoolgaande Genkse kinderen tussen de 12 en 18 in de categorie ‘kansarm’ viel.
Enkele weken geleden kondigde de directie van Ford Genk aan dat de fabriek in 2014 definitief zou worden gesloten. De hoop dat de fabriek in afgeslankte vorm zou openblijven, bleek ijdel. Volgend jaar wordt de productie verplaatst naar Valencia (Spanje).
Crisis
Ford wijt de sluiting uiteraard aan de crisis. De wereldwijde vraag naar auto’s is afgenomen… Overproductie… Bla, bla, bla! En dat zal voor een deel ook wel zo zijn, maar een terugval in de vraag is meestal geen reden om een fabriek meteen maar dicht te gooien. Een terugval in de winst of het niet meer maken van winst – het voornaamste doel van elke commerciële onderneming – is wél een reden. Ford stopt dan ook niet met de productie van Ford Mondeo’s (het model dat in Genk wordt geproduceerd), maar de productie ervan wordt verplaatst naar Valencia, waar de lonen immers stukken lager en de winstmarges dus stukken hoger zijn. Wat nou crisis! Zo’n ingrijpende sluiting en overplaatsing verzin je niet eventjes als de vraag afneemt. Deze overplaatsing stond vermoedelijk daarom al jaren gepland en de crisis is nu een mooie gelegenheid – want een goed en geloofwaardig excuus – om die verplaatsing er nu eindelijk eens door te drukken.
Actie
Om deze sluiting tegen te houden – en, wanneer sluiting onvermijdelijk blijkt, er een zo goed mogelijke ontslagregeling uit te slepen – organiseren de grote Vlaamse bonden verschillende acties tegen Ford. Met oog op het laatste is ook de fabriek bezet. Deuren zijn dichtgelast om te voorkomen dat de directie de machines en de reeds geproduceerde auto’s uit de fabriek zal verwijderen, om zo sterker te staan in de onderhandelingen. Gedurende deze week zullen de werknemers bovendien weer aan het werk gaan om van het aanwezige materiaal nog meer auto’s te produceren, zodat ze (de bonden) nog sterker zullen staan in de onderhandelingen.
Naast de bezetting stonden er nog meer acties gepland. Vorige week zijn zo’n twee honderd boze Ford-werknemers naar Keulen afgereisd om verhaal te halen bij de directie van Ford Europa. En afgelopen zondag was er dus de grote demonstratie, de ‘mars voor de toekomst’, in Genk zelf.
De ‘mars voor de toekomst’
Eenmaal in Genk aangekomen wilden we naar het centrum waar we hadden afgesproken met onze kameraden, maar we mochten het centrum niet in met onze auto en moesten die parkeren bij… de bezette Ford-fabriek. Die stond op een enorm terrein met een nog groter parkeerterrein met, zoals wij vanaf de brug meenden te zien, honderden auto’s die net van de lopende band waren gerold. De poort van de fabriek was gebarricadeerd met twee uitgebrande auto’s met daar tussenin een grote container waarin een vuur werd gestookt. De poort was versierd met vlaggen van de bonden en een enkele zwarte vlag. Voor de poort stonden verschillen tenten van de vakbonden om de stakers/bezetters van koffie en voedsel te voorzien. De muur van de fabriek en de verschillende informatieborden op het terrein waren opgesierd met graffiti.
Op weg naar de afgesproken plek zagen we al snel verschillende zwart-rode vlaggen boven de massa uitsteken: de vlaggen van onze kameraden van de Vrije Bond uit Gent en Leuven, van de FAU uit Keulen en van enkele andere anarchisten die op de demonstratie waren afgekomen. De solidariteitsmars begon om half één en eindigde een dik uur later bij de voormalige mijn Winterslag, waar speeches en muziekoptredens werden gehouden. Tijdens de voettocht door het centrum – een veel te korte route met weinig publiek – liepen we in één blok en werden er van achter onze spandoeken leuzen gescandeerd en honderden pamfletten uitgedeeld aan de duizenden mensen die op de demonstratie waren afgekomen. Ondanks het gematigde karakter van de demonstratie was het een hele inspirerende middag. Het was goed om te zien dat er anarchisten uit verschillende landen waren met hun eigen verhaal over de sluiting van de fabriek. Flyers werden gretig aangepakt en velen reageerden positief op ons verhaal. Maar hoe nu verder?
Gaat de staking de fabriek openhouden?
Nee, vermoedelijk niet. Volgens de logica van het kapitalisme moet deze fabriek het loodje leggen en zich verplaatsen naar het buitenland. En in die zin is de strijd voor het openhouden van de fabriek dan ook een reeds verloren strijd. Voor de m
ensen die nu hun baan dreigen kwijt te raken, zou het langer open blijven van de fabriek een opluchting zijn – maar nog steeds uitstel van executie. Of, in de woorden van een woordvoerder van een van de grote bonden: ‘We krijgen de dood met de kogel of de strop. Het ene duurt gewoon langer. Als je het aan de mensen vraagt, dan verkiezen ze het eerste.’
Kunnen de stakers/bezetters met het gijzelen van de machines en de reeds geproduceerde auto’s een sterkere onderhandelingspositie en dus een goede ontslagregeling afdwingen?
Ja, waarschijnlijk wel, maar dan binnen de door Ford van te voren vastgestelde marges. De afdeling calculatie van Ford heeft deze sluiting/overplaatsing al lang en breed doorberekend, inclusief de oprotpremie voor het personeel, al zal Ford uiteraard proberen om die zo laag mogelijk te houden. De vakbonden, hoewel militanter dan in Nederland, spelen het spel mee en moeten ook demonstreren omdat zij anders voor de leden hun bestaansrecht verliezen. Een goede ontslagregeling zal ook een opluchting zijn voor de mensen die hun baan kwijtraken. Maar daarmee keren de banen nog niet terug naar Genk…
Kunnen zij de fabriek in eigen beheer doorstarten?
Ja, in theorie wel. De mensen die nu worden ontslagen zijn de producenten, niet de managers, directeurs of aandeelhouders. Het zijn de werknemers die de machines bedienen en auto’s in elkaar zetten. Zij hebben dus in elk geval de kennis en de vaardigheden die nodig zijn om de fabriek open te houden. Maar of het in hen opkomt? En als zij daar voor kiezen, hoe dan verder? Een bakkerij in eigen beheer is één ding, een autofabriek met een wereldwijde distributie is toch wel iets anders. En dan hebben we het nog niet eens over de gevaren van zelfuitbuiting en het opereren op een anti-kapitalistische manier in een kapitalistische omgeving.
Waarom was dit dan toch een belangrijke demonstratie?
In de eerste plaats vanwege het verzet van de werknemers van Ford zelf! En dat verzet vraagt om solidariteit. En hoewel de werknemers in onze anti-kapitalistische en anarchistische ogen weliswaar een reformistisch achterhoedegevecht aan het voeren zijn, laten zij zien dat je niet alles hoeft te pikken van wat je voorgeschoteld krijgt.
Hoe meer mensen het ware gelaat van het kapitalisme zien, hoe beter, ook al zijn de gevolgen vreselijk voor de mensen en de gezinnen die van deze Ford-fabriek afhankelijk zijn. Hopelijk heeft deze demonstratie de mensen in Genk wakker geschud, want het kapitalisme zal nog meer en nog vaker slachtoffers maken, niet alleen in Genk, maar ook in de rest van België, van Europa en de wereld.
En dat is ook het geluid dat wij met ons kleine anarchistische blokje in deze demonstratie van twintigduizend mensen hebben geproduceerd. Noch de directie van Ford – wat voor zwijnen het ook zijn – noch de crisis, maar het kapitalisme zelf is de oorzaak van dit aanstaande sociale drama in Genk. En noch Ford, noch de bonden zullen hier iets aan kunnen veranderen. Dat kunnen alleen de mensen zelf! En vanwege dit tegengeluid is het belangrijk dat wij als anarchisten naar dergelijke demonstraties blijven gaan. Tot de volgende keer, en dan hopelijk met meer!