Op 15 december presenteren we op de VU ons nog lopende onderzoek naar het grote aantal migranten dat omkomt op de Middellandse Zee. Vooruitlopend op eindconclusies zullen we een aantal tussenconclusies formuleren. In die tussenconclusies spreken we Europese landen aan op de mensenrechten van de omgekomen migranten en van hun nabestaanden.
Omdat we Europese landen aanspreken op hun verantwoordelijkheid, vinden we het een goede zaak dat een vertegenwoordiger van één van die Europese landen, staatssecretaris Teeven, aanwezig zal zijn om te reageren.
Dat is ons op fikse verwijten komen te staan. Naïviteit, niet solidair met omgekomen migranten, we zouden er aan bijdragen dat er migranten op de Middellandse Zee omkomen. En nog wel wat korter door de bocht ook.
Ik ben er trots op dat we op de VU onderzoek doen naar de migranten die omkomen op de Middellandse Zee. Het is noodzakelijk om Europese landen aan te spreken op de verplichtingen die ze, op grond van de rechten van de mens, hebben tegenover migranten en tegenover de nabestaanden van omgekomen migranten. Het is een goede zaak als vertegenwoordigers van die landen de handschoen opnemen en reageren. Voor zover ze het bij het verkeerde eind hebben, kan je ze verder aanspreken. Maar om dat te kunnen doen, moeten ze er wel zijn.
Ik doe dat sinds een paar decennia: overheden aanspreken op hun juridische verantwoordelijkheden tegenover migranten. En ik ben van plan daar nog een paar decennia mee door te gaan. Je moet dat blijven doen, vind ik, omdat overheden steeds opnieuw met mensenrechten geconfronteerd moeten worden.
Andere mensen vinden dat zinloos, en kiezen er voor om andere dingen te doen. Ik kan me daar best iets bij indenken. Maar het is niet verstandig om overheden niet meer aan te spreken op mensenrechten. En het is goed als overheden het gevoel hebben dat ze moeten reageren. Daarom is het goed dat Teeven komt. En daarom is er wel degelijk reden om benieuwd te zijn naar wat hij gaat zeggen.
Iedereen is welkom. Geef je wel op, anders hebben we niet genoeg koffie.
Op 15 december presenteren we
Op 15 december presenteren we op de VU ons nog lopende onderzoek naar het grote aantal migranten dat omkomt op de Middellandse Zee. Vooruitlopend op eindconclusies zullen we een aantal tussenconclusies formuleren. In die tussenconclusies spreken we Europese landen aan op de mensenrechten van de omgekomen migranten en van hun nabestaanden.
Omdat we Europese landen aanspreken op hun verantwoordelijkheid, vinden we het een goede zaak dat een vertegenwoordiger van één van die Europese landen, staatssecretaris Teeven, aanwezig zal zijn om te reageren.
Dat is ons op fikse verwijten komen te staan. Naïviteit, niet solidair met omgekomen migranten, we zouden er aan bijdragen dat er migranten op de Middellandse Zee omkomen. En nog wel wat korter door de bocht ook.
Ik ben er trots op dat we op de VU onderzoek doen naar de migranten die omkomen op de Middellandse Zee. Het is noodzakelijk om Europese landen aan te spreken op de verplichtingen die ze, op grond van de rechten van de mens, hebben tegenover migranten en tegenover de nabestaanden van omgekomen migranten. Het is een goede zaak als vertegenwoordigers van die landen de handschoen opnemen en reageren. Voor zover ze het bij het verkeerde eind hebben, kan je ze verder aanspreken. Maar om dat te kunnen doen, moeten ze er wel zijn.
Ik doe dat sinds een paar decennia: overheden aanspreken op hun juridische verantwoordelijkheden tegenover migranten. En ik ben van plan daar nog een paar decennia mee door te gaan. Je moet dat blijven doen, vind ik, omdat overheden steeds opnieuw met mensenrechten geconfronteerd moeten worden.
Andere mensen vinden dat zinloos, en kiezen er voor om andere dingen te doen. Ik kan me daar best iets bij indenken. Maar het is niet verstandig om overheden niet meer aan te spreken op mensenrechten. En het is goed als overheden het gevoel hebben dat ze moeten reageren. Daarom is het goed dat Teeven komt. En daarom is er wel degelijk reden om benieuwd te zijn naar wat hij gaat zeggen.
Iedereen is welkom. Geef je wel op, anders hebben we niet genoeg koffie.
Thomas Spijkerboer