Nicolaas,
1. Het eerste wat iedere dictator doet, wanneer er een volksopstand uitbreekt, is alle onafhankelijke communicatiekanalen en berichtgeving zo veel mogelijk uitschakelen. Ben Ali deed dat, Mubarak, Gadaffi, de Chinese criminele dictators doen dat wanneer er volksopstanden uitbreken, enz…
2. Doel hiervan is : geen pottenkijkers hebben, en onzekerheid strooien.
3. Onzekerheid en onwetendheid zijn de belangrijkste propagandainstrumenten van dictaturen, en iedere organisatie die ergens een ontwikkeling wil tegenhouden. De sigarettenlobby gebruikte dit om decennia lang wetgeving tegen roken tegen te houden, de fossiele brandstoffen lobby gebruikte fouten in het wetenschappelijk onderzoek om onzekerheid over de opwarming van de aarde te verspreiden (terwijl de bewijslast wel degelijk overweldigend was), en maatregelen te belemmeren.
4. Wanneer die onzekerheid en onwetendheid leiden tot on-activiteit, hebben dictaturen, en reactionaire lobbyisten hun doel bereikt.
5. De Chinese criminele dictators gebruiken onwetendheid als wapen. Bij het uitbreken van een volksopstand worden gewoon alle communicatiekanalen afgesloten, punt uit. Geen nieuws, geen reactie van het buitenland, afgezien van enkele diplomatische communiqués in de zin van : “wij zijn zeer bezorgd”, bla bla bla.
6. Het Syrische regime was op dat vlak technisch niet zo goed voorbereid, en veel dieper in het internationale communicatienetwerk ingebed. Geen nieuws was m.a.w. moeilijk te bereiken, dus werd het zo veel mogelijk twijfels zaaien.
7. Dit ging gepaard met een genadeloze jacht op internetactivisten. Een camera in de hand in Syrië, staat gelijk aan een doodsoordeel. Het regime wil koste wat het kost iedere onafhankelijke berichtgeving onmogelijk maken, teneinde vrijuit onzekerheid te kunnen scheppen over wat er gebeurt.
8. De harde repressie, en de moeilijkheid om beelden en nieuws naar buiten te krijgen, hebben tot fouten geleid, hier en daar ook manipulaties, net als in het broeikastdossier. Deze fouten en manipulaties werden door aanhangers van het criminele regime gebruikt om de overweldigende bewijslast die er verzameld is, in twijfel te trekken, of iedere nieuwsberichtgeving stop te zetten of te minimaliseren.
9. Voor journalisten van de gangbare pers leidt deze situatie tot soms schizofrene toestanden. Vele journalisten die reeds sinds jaren over het Midden-Oosten berichtten, hadden goede relaties opgebouwd met de plaatselijke regimes. Zij moeten zich gedragen als een soort diplomaten, willen ze officieel het land binnenkomen, om te berichten, en te kunnen terugkomen. Zij zijn vaak de speelbal van de Syrische totalitaire machthebbers en hun geheime diensten, hetgeen geleid heeft tot vrij “hilarische” toestanden (het verhaal van de twee Duitse journalisten die voor 2 verschillende kranten schreven, en ieders het Al-Houla bloedbad wilden onderzoeken, en twee totaal tegensprekende verhalen brachten, waarin wel iedere keer de Soenieten de schuld kregen van het bloedbad, i.p.v. de Shabiha’s, terwijl het wel duidelijk hun handtekening droeg (vergelijkbare moordpartijen elders in het land), en het het regime erom te doen is om de bevolkingsgroepen tegen elkaar uit te spelen). Anderen die zich onsterfelijk belachelijk gemaakt hebben zijn de journalisten Robert Fisk en Jürgen Todenhoefer.
10. Anderzijds heb je die journalisten die het land illegaal binnen gaan, en zich aan de zijde van de revolutionairen begeven. Van hieruit krijg je heel andere verhalen.
11. Wij hebben ook de vele mensenrechtenactivisten, die geweldloos ageren, onder hen ook Alawieten, kunstenaars, advocaten, enz… : zij bevestigen de horrorverhalen die het land uitsijpelen.
12. Wij hebben ook de getuigenissen van chirurgen en doctors die in de hospitalen zijn gaan werken, die de horrorverhalen bevestigen.
13. Wij hebben onderzoekers van mensenrechtenorganisaties die in het geheim het land binnen gegaan zijn (Amnesty International, Human Rights Watch), die de horrorverhalen ruimschoots gedocumenteerd hebben, en voor een deel zelf getuige geworden zijn van de mensenrechtenschendingen.
14. Wij hebben de documentatie van de Local Coordination Committees, een geweldloze organisatie, die zich als doel gesteld heeft, geweldloze actie te organiseren, en het geweld (op risico van leven) te documenteren. (velen onder hen hebben hun geweldloze actie ondertussen met de dood bekocht).
• U mag dit natuurlijk als “goed geoliede propagandamachine” allemaal onder tafel vegen, maar dan gaat u op dezelfde manier te werk als de negationisten, die omwille van fouten in de slachtoffertelling, de Holocaust menen te mogen ontkennen.
• Het is opmerkelijk hoe u een criminele totalitaire dictator als “Staatshoofd” bestempelt.
• Uit uw vraagstelling (Hoe ver moet je gaan…) blijkt dat u helemaal niet vertrouwd bent met de ontwikkeling van het conflict, u kiest gewoon kant, en u probeert twijfels te zaaien, omdat het u in uw inactiviteit en ideologie goed uitkomt.
• Uw conclusie is om zo meer om kippenvel van te krijgen : een criminele dictator die tienduizenden mensen op zijn geweten heeft, mag voor u oordelen over de integriteit van de mensen die tegen hem in opstand komen ! Alle dictatoren die de mensheid ooit gekend heeft, zullen ter uwer eer een standbeeld dubbel zo groot als het vrijheidsstandbeeld van New York oprichten.
• “Het volstrekt ontbreken van twijfel omtrent de goede bedoeling van de rebellen in de Westerse berichtgeving” en “voldoende aanwijzingen over de niet-integriteit”: ik vraag mij af welke pers en welke media u volgt ? Waar er in de Westerse pers ruimschoots over bericht wordt, is over de Salafistische groepen die zich in de strijd geworpen hebben. Dit tot grote frustratie van de mensen ter plaatse, en van kenners van de zaak. Salafisten zijn aanwezig, maar spelen tot op heden een onbeduidende rol. Maar Salafisten verkopen goed, hetgeen in de gangbare pers tot een onevenredige voorstelling van hun belang geleid heeft.
• Dat de rebellen in opdracht van vijandige regimes handelen, is een bewering die ook tijdens het Libische conflict vanuit bepaalde linkse hoek naar boven kwam. Het is wel opmerkelijk dat u deze leugen zonder meer overneemt, en al het overige bewijsmateriaal van de massale mensenrechtenschendingen met een kwinkslag onder tafel veegt.
• De waarheid is het eerste slachtoffer van de oorlog : de waarheid moet men (onder)zoeken. En zomaar verhaaltjes in de wereld zetten, zonder een kritische analyse van zijn bronnen, is niet bepaald een voorbeeld van integriteit.
De waarheid is het eerste slachtoffer van de oorlog
Nicolaas,
1. Het eerste wat iedere dictator doet, wanneer er een volksopstand uitbreekt, is alle onafhankelijke communicatiekanalen en berichtgeving zo veel mogelijk uitschakelen. Ben Ali deed dat, Mubarak, Gadaffi, de Chinese criminele dictators doen dat wanneer er volksopstanden uitbreken, enz…
2. Doel hiervan is : geen pottenkijkers hebben, en onzekerheid strooien.
3. Onzekerheid en onwetendheid zijn de belangrijkste propagandainstrumenten van dictaturen, en iedere organisatie die ergens een ontwikkeling wil tegenhouden. De sigarettenlobby gebruikte dit om decennia lang wetgeving tegen roken tegen te houden, de fossiele brandstoffen lobby gebruikte fouten in het wetenschappelijk onderzoek om onzekerheid over de opwarming van de aarde te verspreiden (terwijl de bewijslast wel degelijk overweldigend was), en maatregelen te belemmeren.
4. Wanneer die onzekerheid en onwetendheid leiden tot on-activiteit, hebben dictaturen, en reactionaire lobbyisten hun doel bereikt.
5. De Chinese criminele dictators gebruiken onwetendheid als wapen. Bij het uitbreken van een volksopstand worden gewoon alle communicatiekanalen afgesloten, punt uit. Geen nieuws, geen reactie van het buitenland, afgezien van enkele diplomatische communiqués in de zin van : “wij zijn zeer bezorgd”, bla bla bla.
6. Het Syrische regime was op dat vlak technisch niet zo goed voorbereid, en veel dieper in het internationale communicatienetwerk ingebed. Geen nieuws was m.a.w. moeilijk te bereiken, dus werd het zo veel mogelijk twijfels zaaien.
7. Dit ging gepaard met een genadeloze jacht op internetactivisten. Een camera in de hand in Syrië, staat gelijk aan een doodsoordeel. Het regime wil koste wat het kost iedere onafhankelijke berichtgeving onmogelijk maken, teneinde vrijuit onzekerheid te kunnen scheppen over wat er gebeurt.
8. De harde repressie, en de moeilijkheid om beelden en nieuws naar buiten te krijgen, hebben tot fouten geleid, hier en daar ook manipulaties, net als in het broeikastdossier. Deze fouten en manipulaties werden door aanhangers van het criminele regime gebruikt om de overweldigende bewijslast die er verzameld is, in twijfel te trekken, of iedere nieuwsberichtgeving stop te zetten of te minimaliseren.
9. Voor journalisten van de gangbare pers leidt deze situatie tot soms schizofrene toestanden. Vele journalisten die reeds sinds jaren over het Midden-Oosten berichtten, hadden goede relaties opgebouwd met de plaatselijke regimes. Zij moeten zich gedragen als een soort diplomaten, willen ze officieel het land binnenkomen, om te berichten, en te kunnen terugkomen. Zij zijn vaak de speelbal van de Syrische totalitaire machthebbers en hun geheime diensten, hetgeen geleid heeft tot vrij “hilarische” toestanden (het verhaal van de twee Duitse journalisten die voor 2 verschillende kranten schreven, en ieders het Al-Houla bloedbad wilden onderzoeken, en twee totaal tegensprekende verhalen brachten, waarin wel iedere keer de Soenieten de schuld kregen van het bloedbad, i.p.v. de Shabiha’s, terwijl het wel duidelijk hun handtekening droeg (vergelijkbare moordpartijen elders in het land), en het het regime erom te doen is om de bevolkingsgroepen tegen elkaar uit te spelen). Anderen die zich onsterfelijk belachelijk gemaakt hebben zijn de journalisten Robert Fisk en Jürgen Todenhoefer.
10. Anderzijds heb je die journalisten die het land illegaal binnen gaan, en zich aan de zijde van de revolutionairen begeven. Van hieruit krijg je heel andere verhalen.
11. Wij hebben ook de vele mensenrechtenactivisten, die geweldloos ageren, onder hen ook Alawieten, kunstenaars, advocaten, enz… : zij bevestigen de horrorverhalen die het land uitsijpelen.
12. Wij hebben ook de getuigenissen van chirurgen en doctors die in de hospitalen zijn gaan werken, die de horrorverhalen bevestigen.
13. Wij hebben onderzoekers van mensenrechtenorganisaties die in het geheim het land binnen gegaan zijn (Amnesty International, Human Rights Watch), die de horrorverhalen ruimschoots gedocumenteerd hebben, en voor een deel zelf getuige geworden zijn van de mensenrechtenschendingen.
14. Wij hebben de documentatie van de Local Coordination Committees, een geweldloze organisatie, die zich als doel gesteld heeft, geweldloze actie te organiseren, en het geweld (op risico van leven) te documenteren. (velen onder hen hebben hun geweldloze actie ondertussen met de dood bekocht).
• U mag dit natuurlijk als “goed geoliede propagandamachine” allemaal onder tafel vegen, maar dan gaat u op dezelfde manier te werk als de negationisten, die omwille van fouten in de slachtoffertelling, de Holocaust menen te mogen ontkennen.
• Het is opmerkelijk hoe u een criminele totalitaire dictator als “Staatshoofd” bestempelt.
• Uit uw vraagstelling (Hoe ver moet je gaan…) blijkt dat u helemaal niet vertrouwd bent met de ontwikkeling van het conflict, u kiest gewoon kant, en u probeert twijfels te zaaien, omdat het u in uw inactiviteit en ideologie goed uitkomt.
• Uw conclusie is om zo meer om kippenvel van te krijgen : een criminele dictator die tienduizenden mensen op zijn geweten heeft, mag voor u oordelen over de integriteit van de mensen die tegen hem in opstand komen ! Alle dictatoren die de mensheid ooit gekend heeft, zullen ter uwer eer een standbeeld dubbel zo groot als het vrijheidsstandbeeld van New York oprichten.
• “Het volstrekt ontbreken van twijfel omtrent de goede bedoeling van de rebellen in de Westerse berichtgeving” en “voldoende aanwijzingen over de niet-integriteit”: ik vraag mij af welke pers en welke media u volgt ? Waar er in de Westerse pers ruimschoots over bericht wordt, is over de Salafistische groepen die zich in de strijd geworpen hebben. Dit tot grote frustratie van de mensen ter plaatse, en van kenners van de zaak. Salafisten zijn aanwezig, maar spelen tot op heden een onbeduidende rol. Maar Salafisten verkopen goed, hetgeen in de gangbare pers tot een onevenredige voorstelling van hun belang geleid heeft.
• Dat de rebellen in opdracht van vijandige regimes handelen, is een bewering die ook tijdens het Libische conflict vanuit bepaalde linkse hoek naar boven kwam. Het is wel opmerkelijk dat u deze leugen zonder meer overneemt, en al het overige bewijsmateriaal van de massale mensenrechtenschendingen met een kwinkslag onder tafel veegt.
• De waarheid is het eerste slachtoffer van de oorlog : de waarheid moet men (onder)zoeken. En zomaar verhaaltjes in de wereld zetten, zonder een kritische analyse van zijn bronnen, is niet bepaald een voorbeeld van integriteit.