| |
Europees protest tegen omstreden pijplijn Kintto Lucas (Fw: DeWaarheid.nu) - 20.06.2002 14:23
QUITO, 20 juni 2002 - Een delegatie van milieuactivisten en Italiaanse parlementairen bezetten gisteren de kantoren van het Italiaanse oliebedrijf Agip Oil uit protest tegen de Italiaanse participatie in OCP, een consortium dat een omstreden oliepijplijn aanlegt in de Ecuadoraanse Amazone. Tegelijkertijd legden 130 boeren de werkzaamheden plat aan de oliepijplijn op 140 kilometer van Lago Agrio, de hoofdstad van de noordoostelijke provincie Sucumbios. De boeren eisten schadeloosstelling voor het gebruik van hun land en klaagden de agressie aan van de veiligheidsdiensten die ingehuurd worden door het consortium. Het OCP-consortium bestaat uit Agip Oil, het Canadese Alberta Energy, het Spaanse Repsol-YPF, het Amerikaanse Kerr McGee en Occidental Petroleum en het Argentijnse Techint. De Italiaanse milieugroepen en parlementairen eisen dat Agip Oil en de Banca Nazionale del Lavoro zich uit het project terugtrekken. “Italiaanse bedrijven en banken mogen niet deelnemen aan een project dat desastreuze gevolgen heeft voor mens en milieu,” verklaarde Luana Zanella een parlementslid van de Italiaanse groenen. “OCP voldoet niet aan een aantal minimale ecologische normen. Zelfs de Wereldbank keurt het af.” De demonstratie in Quito kreeg de steun van de Ecuadoraanse milieugroep Acción Ecológica en Conaie, de koepel van inheemse organisaties. De 600 kilometer lange pijplijn moet ruwe olie transporteren van de oostelijke Amazone naar havens aan de Stille Zuidzee. De pijplijn loopt door een gebied waar een veertigtal inheemse gemeenschappen wonen en dreigt de flora en fauna er aan te tasten. Agip Oil wordt ervan beschuldigd misleidende contracten te hebben afgesloten met de inheemse gemeenschappen, die volgens de Ecuadoraanse wet hun toelating moeten geven aan bedrijven die hun woongebied willen ontginnen. Zo ondertekenden de stamhoofden van de Huaorani in maart 2001 een overeenkomst die Agip Oil de toelating gaf om een olieplatform en een pijpleiding te bouwen in de oostelijke provincie Pastaza. In ruil gaf de Italiaanse firma de zes resterende Huaorani-dorpen 3650 euro voor de bouw van een schoolgebouw en een hoop prullaria waaronder rijst en suiker, twee emmers spek, een zak zout, een scheidsrechterfluitje en twee voetballen. In het contract stond bovendien dat de Huaorani afstand doen van de eis tot schadevergoeding als er ongevallen, schade aan derden of milieuschade uit voort zouden komen. Het bedrijf “is vrijgesteld van verantwoordelijkheid voor de activiteiten die voortkomen uit dit akkoord,” staat er letterlijk in het contract. Op 26 maart organiseerden Greenpeace en Acción Ecológica een bezetting van het Mindo-Nambillo nevelwoud, waar de pijplijn begint. De actievoerders ketenden zich vast aan de bomen en 17 onder hen werden gearresteerd. Energieminister Pablo Terán deed de actie toen af als een geïsoleerd incident veroorzaakt door “extremistische ecologisten” die gekant waren tegen economische vooruitgang. Die claim wordt ondergraven naarmate de buitenlandse steun voor de acties groeit. De jongste actie in Quito is één van de vele acties die Italiaanse milieugroepen ondernemen tegen oliebedrijven in Latijns-Amerika. Zo protesteerden de Italianen onder meer in Colombia tegen de boringen op het territorium van de U´wa-indianen. De Italiaanse campagne – waarin nu meer dan 20 Italiaanse ngo’s zitten – werd gelanceerd eind januari tijdens het tweede Wereld Sociaal Forum in Porto Alegre. Eind mei demonstreerden de actievoerders in Rome bij het hoofdkantoor van ENI, het moederbedrijf van Agip Oil. In Duitsland zetten actievoerders de regering van Noordrijn-Westfalen, die een aandeel van 43 procent in de Westdeutsche Landesbank (WestLB) heeft, met succes onder druk. De deelstaatregering schortte een krediet van 940 miljoen euro voor het OCP-project op - tot er een degelijk milieueffectenrapport op tafel komt. (IPS) |
aanvullingen | | nog meer ellende in zuid-amerika door olie | 20.06.2002 14:45
Zuid-Amerika "trekt het aan"... "Enron´s Cuiaba natural gas pipeline passes just 200 yards from San Miguelito, an indigenous village in Bolivia´s Chiquitano Dry Tropical Forest. When Enron sought approval for the controversial pipeline in 1997, the company offered money to local residents and pledged to help them secure land ownership titles. Today, says village leader Bolnino Socore, the community has received 50 cows and a water well, but little else." full story: http://gnn.tv/globalization/doc492.html
Website: http://gnn.tv/globalization/doc492.html | |
aanvullingen | |