| |
Kenya: nederlaag voor Arap Moi Okoth Osewe - 16.01.2003 12:10
Bij de algemene verkiezingen van 27 december in Kenya leed de Kenya African National Union (KANU) van Arap Moi een zware nederlaag. Biedt de nieuwe regering een alternatief? Bij de algemene verkiezingen van 27 december in Kenya leed de Kenya African National Union (KANU) van Arap Moi een zware nederlaag. De National Rainbow Coalition (NARC), een coalitie van 16 oppositiepartijen, won de verkiezingen. De nederlaag van KANU was historisch omdat het een einde maakt aan het ijzeren KANU-beleid van de afgelopen 39 jaar. Het betekent ook het einde van de 24 jaar dictatuut onder leiding van de 78-jarige Daniel Toroitich arap Moi. Mwai Kibaki, de 71-jarige presidentskandidaat van de NARC, was onder Moi reeds vice-president was en minister van financies vooraleer hij door Moi de laan werd uitgestuurd. Hij haalde 3,5 miljoen stemmen (64%). Zijn belangrijkste rivaal, Uhuru Kenyatta, door Moi uitgeroepen tot zijn favoriete opvolger, haalde 1,7 miljoen stemmen (31%). In het parlement behaalt NARC een duidelijke meerderheid met 126 zetels (61%) terwijl KANU de officiële oppositiepartij wordt met 60 zetels (29%). Dit betekent dat de NARC geen coalitie moet afsluiten en met een confortabele meerderheid kan regering. Een nieuw element in de Kenyaanse politiek is de verkiezing van Mwandawiro Mghanda en Koigi wa Wambere. Beiden waren jarenlang in politieke ballingschap en hadden nauwe banden met linkse activisten. Mwandawiro Mghanda, die jarenlang in Zweden verbleef, werd verkozen in de kustprovincie Wundanyi. Koigi wa Wambere, die na de vervolging van linkse activisten door Moi in de jaren '80 naar Noorwegen vluchtte, werd verkozen in Subukia. Beiden werden verkozen als onderdeel van de NARC Alliantie maar zouden desalniettemin een kritische stem in het parlement kunnen worden. Splitsing in KANU De zware nederlaag van KANU was grotendeels te wijten aan strategische fouten van Moi die probeerde een onaanvaardbare presidentskandidaat aan de KANU op te dringen waardoor de partij enorm verdeeld was. Na de verkiezingen van 1997 sloot de National Development Party (NDP) een overeenkomst met KANU waarin een geheim akkoord stond om met de presidentsverkiezingen van 2002 Raila Odinga, de toenmalige leider van de NDP, naar voor te schuiven als de presidentskandidaat van KANU. Dit akkoord was gebaseerd op een cynische logica van "etnische rekenkunde" waarbij er op gerekend werd dat Odinga een miljoen stemmen van zijn Luo gemeenschap zou aanbrengen voor KANU. Vorig jaar ontbond de NDP zichzelf om met KANU te fusioneren in de aanloop naar de verkiezingen. Raila Odinga en andere NDP-verkozenen werden opgenomen in de regering. Toen de druk toenam op Moi om de naam van een opvolger bekend te maken maakte die een blunder. Hij schoof de onervaren Uhuru Kenyatta, de jonge zoon van Kenya's eerste dictator Jomo Kenyatta die in 1978 stierf, naar voor voor de verkiezingen van 27 december. Moi liet Raila vallen omdat hij liever een marionet had om de politieke en economische belangen van de heersende Kalenjin groep te vrijwaren. Achter de schermen Door Kenyatta naar voor te schuiven, wou Moi erin slagen om zelf de touwtjes in handen te houden zelfs na zijn pensionering. De onafhankelijkere positie van Raila paste niet in dat scenario. De sterke aanhang van Raila onder de Luo-bevolking maakte van hem immers een sterkere figuur dan Kenyatta. Raila organiseerde echter een rebellie binnen KANU tegen wat het "project Uhuru" genoemd werd. Als gevolg van deze rebellie nam Raila ontslag uit de regering samen met een aantal andere ministers die jarenlang de hielenlikkers van de president waren, zoals de voormalige vice-president George Saitoti en de voormalige algemeen secretaris van KANU, Joseph Kamotho. Die vormden samen de "Regenboog Alliantie" binnen KANU waarbij op de steun van heel wat KANU-militanten kon gerekend worden. Tijdens deze crisis begonnen heel wat leden van de Regenboog-alliantie de KANU-partij te verlaten om aan te sluiten bij de nieuwe 'Nationale Alliantie van Kenya' (NAK). Uit de fusie van NAK en de Regenboog-alliantie ontstond de National Rainbow Coalition die de verkiezingen won. Na de verkiezingen zal de NARC geconfronteerd worden met problemen omwille van de enorme verwachtingen van de 30 miljoen Kenyanen. De NARC beloofde gratis lager onderwijs, de creatie van 500.000 jobs, een einde van de corruptie, een einde van het misbruik van overheidsgeld, bestrijding van het tribalisme,... Gecontroleerd door het Westen De NARC heeft elementen van een populistische beweging die schijnbaar opkomt voor sociale hervormingen. Maar de achtergrond van de meeste leidinggevende elementen in de partij tonen aan dat deze leiding pro-kapitalistisch is. De regering zal er met haar pro-kapitalistisch beleid niet in slagen een einde te maken aan de armoede en werkloosheid die in het land heersen. Hoe zal de regering 500.000 jobs creëren terwijl de belangrijkste onderdelen van de economie in handen zijn van Westerse multinationals? De retoriek over het uitroeien van corruptie zal ook vrij vlug verdwijnen aangezien corruptie een onderdeel vormt van het kapitalistisch systeem van regeren. Tijdens de verkiezingscampagne heeft de NARC zich bewust niet uitgesproken over belangrijke problemen zoals die van de landloze boeren, de toenemende armoede, de privatisering van winstgevende overheidsbedrijven, de hongerlonen, de ineenstorting van de publieke gezondheidszorg en het onderwijs,... De NARC heeft ook geen antwoord naar voor gebracht op de dominantie van de economie door multinationals gesteund door de tussenkomsten van het IMF en de Wereldbank. Er werd niet gesproken over de noodzaak van de reïntegratie van de duizenden onder druk van het IMF en de Wereldbank ontslagen ambtenaren en andere arbeiders. Integendeel. Raila Odinga, een leidinggevende figuur binnen de NARC, beloofde dat de regering het privatiseringsbeleid zal verderzetten. De nieuwe president, Kibaki, kondigde aan dat de regering nauw wil samenwerken met het IMF en de Wereldbank. Hetzelfde neo-liberalisme Het is duidelijk dat de Kenyaanse burgerij op de regering-Kibaki kan rekenen voor de verderzetting van het neo-liberale beleid dat geen antwoord biedt op de crisis. De belangrijkste vooruitgang zal wellicht de toename van "democratische openheid" zijn en de mogelijkheid voor socialisten met een revolutionair programma om zich te organiseren (onder Moi was er een verbod). Deze strijd voor socialistische verandering zal noodzakelijk zijn om de economische macht aan de Kenyaanse arbeiders en boeren te geven om een einde te maken aan de armoede. Website: http://www.lsp-mas.be/lsp |
Lees meer over: zonder rubriek | aanvullingen | | |