Uitspraak Israelisch Hooggerechtshof Astrid Essed - 01.07.2004 11:18
In haar berichtgeving tav derecentelijk-gedane uitspraak van het Israelisch Hooggerechtshof inzale aanpassing Israelische Muurbouw geeft de NOS-teletekstredactie ten onrechte de indruk, dat deze uitspraak in overeenstemming is met het Internationaal Recht Open brief Open brief aan de NOS teletekstredactie: Aan de teletekstredactie van de NOS Geachte Redactie, Ik wil graag uw aandacht vragen voor het volgende In uw berichtgeving dd 30-6 vermeldt u, dat het Israelische Hooggerechtshof heeft geoordeeld, dat de loop van de scheidingsmuur tussen de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en Israel moet worden aangepast. U vermeldt verder, dat de overlast voor de Palestijnen zo moet worden beperkt. U vervolgt uw berichtgeving met de mededeling, dat deze uitspraak van het Hooggerechtshof plaatsvond nav een petitie van de gemeenteraad Beit Surik waarin gesteld werd dat door de muur 45.000 mensen vrijwel geen toegang meer hebben tot hun landbouwgronden, scholen en banen. Vervolgens vermeldt u, dat de muur daar wel vier openingen krijgt, maar dat het toelatingsbeleid streng zal worden. U eindigt uw berichtgeving met de mededeling, dat het Internationaal Hof van Justitie uitspraak doet over de VN-vraag of de muur rechtmatig is. Met deze wijze van berichtgeving zonder enige kritische achtergrondinformatie uwerzijds wekt u de indruk, dat deze door het Israelische Hooggerechtshof gedane uitspraak zou voldoen aan de naleving van de internationale rechtsregels, hetgeen niet het geval is. Te uwer informatie: Zoals u ongetwijfeld bekend is, loopt de Israelische muur diep door bezet Palestijns land, hetgeen een ernstige schending is van de in 1967 aangenomen VN-Veiligheidsraadsresolutie 242, waarin Israel werd opgeroepen zich uit o.a. de bezette Palestijnse gebieden terug te trekken. Terecht is dan ook de Amerikaans-Europese kritiek in dezen, dat hiermee een fait accomopli geschapen wordt, dat de facto neerkomt op annexatie van bezet gebied, hetgeen strijdig is met de internationaalrechtelijke principes in dezen. Bovendien vinden door deze muurbouw massale Palestijnse land en huisonteigeningen plaats, waardoor honderdduizenden Palestijnen dakloos gemaakt worden. Nog afgezien van het inhumane karakter hiervan zijn deze landonteigeningen tevens ernstige schendingen zijn van het Internationaal Recht [artikel 53 van de 4de Conventie van Geneve] dat het onteigenen van land, huizen en andere bezittingen van ´´beschermde personen´´ [mensen, die leven onder een bezetting] verbiedt. Tegen deze achtergrond bezien voldoet de door u vermelde uitspraak van het Israelische Hooggerechtshof niet aan de internationaalrechterlijke principes in dezen, omdat het weliswaar tegemoetkomt aan aan de de humanitaire noden van de 45.000 bewoners van Beit Surik, maar geen veroordeling uitspreekt over de verdere routeloop van de Muur, die ten koste gaat van de humanitaire noden van honderdduizenden Palestijnen. Van u als nieuwsredactie mag in dat kader dan ook verwacht worden, dat u in dezen duidelijk refereert aan het zeer gedeeltelijke karakter van deze veroordeling van het Israelische Hooggerechtshof, aangezien het teletekstlezende publiek door uw wijze van berichtgeving de verkeerde conclusie zou kunnen trekken, dat met deze uitspraak voldaan is aan de internationaalrechtelijke principes, hetgeen geenszins het geval is. Ik spreek dan ook de hoop uit, dat u zich bij een volgende berichtgeving over dit onderwerp zult bedienen van bovenstaande achtergrondinformatie, die gemakkelijk te controeleren valt via de sites van gerennommeerde mensenrechtenorganisaties als Amnesty Intrenational [www.amnesty.org], Human Rights Watch [www.hrw.org], de Israelische mensenrechtenorganisatie B'tselem [www.btselem.org], de websie van de VN [www.un.org] en het Rode Kruis [www.icrc.org] Een en ander zal bijdragen aan een eerlijkere en objectievere berichtgeving betreffende dit onderwerp, hetgeen uw journalistieke taak si tegenover het teletekstlezende publiek. Vriendelijke groeten Astrid Essed Amsterdam [Z-O] |