De Libanese overheid heeft massagraven ontdekt nabij de stad Anjar in de Bekavallei gedurende de laatste week. De ontdekking van dit graf, tesamen met een ander die vorige maand werd ontdekt op een terrein van het ministerie van defensie, voedde een reeks van speculaties en veroordelingen
Het laatste graf was nabij een hoofdkwartier van het Syrische leger en inlichtingendienst. Deze commandopost was berucht bij de Libanezen voor de gruwelijke ondervragingstechnieken van de Syrische inlichtingendiensten.
Enkele politici gebruiken dit incident als een aanleiding om een reeks politieke aanvallen te lanceren die gebaseerd zijn op hun eigen agenda's. Tijdens de laatste speech aan het parlement voor zijn moord, riep het rechtse parlementslid Gebran Tueni de overheid op om de rol van president Emile Lahoud te onderzoeken over het massagraf dat was blootgelegd bij het ministerie van defentie bij Yarzeh. In dat graf lagen 17 soldaten van het Libanese leger en 4 burgers (waaronder één geestelijke) die allemaal waren gedood tijden een gevecht tegen het Syrische leger in 1991 toen de Syrieërs generaal Michel Aoun omverwierpen. Lahoud stond toen aan het hoofd van het leger en hij had nauwe banden met Syrië.
Tueini pleitte er ook voor om het onderscheid te maken tussen deze nieuw ontdekte graven, die na het einde van de Libanese Burgeroorlog door wreedheden van het Syrische leger zijn aangericht, en andere, nog onbekende massagraven die slachtpartijen verbergen van de burgeroorlog van 1975-1990, door te verwijzen naar de algemene Libanese Amnestiewet.
Libanon nam een Algemene Amnestiewet aan in maart 1991, kort na het einde van de burgeroorlog. De wet, die door een parlement werd aangenomen dat nauw was verbonden met de verschillende strijdende partijen, gaf amnestie aan alle politiek geïnspireerde oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid gedurende de burgeroorlog. Daardoor konden krijgsheren aan vervolging ontsnappen en tot op de dag van vandaag hoge posten in de regering te bezetten.
Vele politici zien het als een politiek mijnenveld omdat er zoveel van hen direct betrokken waren bij de gebeurtenissen gedurende de burgeroorlog. Desondanks vragen verschillende organisaties de overheid om ALLE massagraven te onderzoeken en bloot te leggen die misschien bestaan. Het comité van de Ouders van Verdwenen en Ontvoerde personen in Libanon, bijvoorbeeld, zet druk op de overheid om in deze kwestie het lot te helpen bepalen van hun vermiste verwanten. Velen weten nog steeds niet of hun geliefden dood zijn dan wel in een Syrische gevangenis vastzitten. Het comité gelooft dat er 35 massagraven zijn in het land en het blootleggen daarvan kan de kwelling van verschillende families beëindigen.
Eén van deze graven ligt, volgens de krant Al-Diyar, in het dorpje Aintoura, waar de rechtse Libanese falangistische milities vermoedelijk hele families heeft omgebracht die banden hadden met de SSNP partij in 1984.
Een ander massagraf verwacht men te vinden bij het beruchte Barbara checkpoint, onder controle door de Lebanese Forces in het noorden van Libanon. Ironisch genoeg werd de commandant van deze controlepost, Antoine Zahra, met lange staat van dienst, vorig jaar verkozen. Het toeval toont hier de bizarre werking van de Libanese politiek, het parlementslid Zahra werd verkozen door de mensen uit de regio van Tripoli en Dinnyeh, diezelfde mensen werden tijdens de burgeroorlog bij die controlepost vervogld.
Een beroemd massagraf uit de oorlogsperiode is die van Sabra en Shatila, waar de resten liggen van de slachtoffers van bloedbaden van Sabra en Shatila. Deze slachtpartijen vonden in 1982 plaats, toen rechtse milities toegang kregen tot weerloze Palestijnse vluchtelingenkampen door het Israelische leger en ze kregen logistieke steun om "de kampen schoon te vegen van terroristen." De menselijke tol van deze slachtingen is nog steeds onbekend en de aantallen variëren naargelang de bronnen van 700 tot 3500 doden.
Sheik Maher Hammoud hield een persconferentie in Sidon op 9 december waar hij de ontdekking van een massagraf publiek maakte dat de resten bevat van 10 lichamen en op 23 februari 2005 in de stad Mrah al Habbas werd aangetroffen. Hij vroeg Samir Geagea, de leider van de Libanese Krachten, om recht te staan over dit graf, dat uit de jaren 80 stamt, toen zijn militie die regio in handen had. Volgens hem is het toegeven van dergelijke verschrikkelijke misdaden de eerste stap in het pijnlijke genezingsproces.
VERWANTE LINKS: ++ Daily Star article on The Committee of Parents of the Kidnapped and Missing Persons in Lebanon
++ Wikipedia entry regarding Sabra and Chatila Massacres in 1982
++ MP Jubran Tueini's Attack on Lahoud
++ Tueini's final editorial column tackling the mass graves issue (in Arabic)(ar)
++ Assafir coverage of Shiekh Maher Hammoud's press conference (in Arabic)(ar)