| |
Wachten op Abu Ghandela and J.F.W. Kennovski Edward Tersmette - 06.01.2006 12:12
De gezondheistoestand van Ariel Sharon en de onzekerheid over verkiezingen in zowel Israel en de Plaestijnse gebieden is een criris die ook een kans inhoudt. In dit artikel stelt de auteur twee fictieve nieuwe leiders voor: J.F.W. Kennovski en Abu Ghandela. Wachten op Abu Ghandela en J.F.W. Kennovski . Israël, de Palestijnen en de leiderschapscrisis _________________________________________________ Met de gezondheidscrisis van Ariel Sharon, de rebellie in de Fatah gelederen en de twijfels over verkiezingen aan Israëlische en Palestijnse kant is een leiderschapscrisis aan beide kanten van het Midden Oosten conflict een feit. En elke crisis is natuurlijk ook een kans – een kans op wezenlijke verandering. Tijd om, in dit artikel, wellicht naïef, vooruit te dromen. Een conflict waar beide zijden met sterke historische, morele en emotionele argumenten, en een serie VN resoluties, zich zowel het recht tot bestaan, als het recht tot het doden van de ander, toe-eigenen, heeft behoefte aan een nieuwe impuls. Slechts als de Israëliërs en de Palestijnen bereid zijn boven hun haat en verbittering uit te stijgen en bepaalde realiteiten onder ogen gaan zien, kan vrede dichterbij komen. Beide partijen zijn nu opgesloten in een omhelzing van woede. Om daar doorheen te breken moet men eerst zichzelf een spiegel voorhouden. En nieuwe, andere leiders kiezen. De Palestijnse spiegel 1) Het doden van onschuldige Israëlische burgers is in alle omstandigheden misdadig en onmenselijk. Het goedpraten van de Palestijnse terreur aanslagen onder verwijzing naar de zogenaamde Israëlische bezetting is een gruwel. 2) Deze aanslagen hebben slechts ten dele een politieke (strijd tegen de bezetters) of sociale (de armoede, gebrek aan perspectief) achtergrond of motivatie. Het trieste gegeven is dat er onder fundamentalistische groepen een doodscultuur “leeft” waarin de dood en het doden van een hogere orde zijn dan het leven zelf. Dit geldt niet alléén voor het Midden Oosten maar voor het gehele terrorisme spectrum – de Tsjetsjeense gruwelen in Beslan getuigen daar ook van. De Israëlische “bezetting” geeft deze mensen hun doodstheater - en vredesbesprekingen nemen hen dit af. Deze cultuur, en de predikers die dit bevorderen, moeten bestreden worden. Vele aspirant-terroristen zullen in microseconden door hun geweten worden aangesproken. Iemand die dit niet gelooft, gelooft niet in de mens. Deze “refuseniks” zijn de bommen die men terug moet sturen naar de Palestijnse zijde. Alleen deze mensen kunnen Israel voor het geweld behoeden als zij hun wapenbroeders ook tot inkeer kunnen laten komen 3) De Palestijnen hebben leiders zonder moreel gezag zolang zij niet nadrukkelijk en met alle middelen het terrorisme verwerpen en bestrijden. Niet alleen met woorden maar ook en vooral met daden. De zwarte Zuid-Afrikanen bliezen geen blanke restaurants op - zij hadden Nelson Mandela die om verzoening riep en na de gevangenis het presidentschap bemachtigde. De Indiërs bliezen geen Britse bussen op - zij hadden Mahatma Ghandi die de Britten door passief verzet verdreef. De Polen bliezen geen Russische woningen op - zij hadden Lech Walesa die de vrijheid door stakingen, overleg en verkiezingen bemachtigde. De zwarte Amerikanen brandden geen blanke Amerikaanse villawijken af - de verbetering van hun rechten en status is aan Martin Luther King te danken die dat met zijn “droom” bereikte. En al deze revoluties hebben tot vreedzame democratieën geleid, terwijl de overwinning door het zwaard vaak ook weer leidt tot een nieuwe onderdrukking met het zwaard. Het Cuba van Castro is zo’n voorbeeld, het Cambodja van de Rode Khmer, het Afghanistan van de Taliban, het Noord-Korea van Kim, en voor Irak valt uiteindelijk ook het ergste te vrezen. Abu Ghandela De juiste toekomstige Palestijnse leider, we zullen hem hier voor het gemak Abu Ghandela noemen, zweert al het geweld af. Hij organiseert marsen en hongerstakingen. Hij laat Palestijnen voor de Israëlische tanks op de grond vallen. Hij organiseert demonstraties. Hij stuurt Palestijnse kinderen naar de deuren van Israëlische scholen om er onderwijs te eisen. Hij stuurt de zieken naar Israëlische ziekenhuizen om er verpleging te eisen. Elke dag een mars naar de poorten van de nieuwe Muur - tot de aantallen aanzwellen en aanzwellen. Tot de Palestijnen daar plezier in krijgen en er een gevoel van macht en moreel gezag bij gaan voelen, waardoor het nog verder zal aanzwellen, steeds meer internationale steun zal krijgen en Israël tenslotte zal wijken. De Israëlische spiegel 1) Israël heeft het recht op bestaan en zelfverdediging. Israël heeft echter geen natuurlijk recht op een eigen staat net zo min als de Palestijnen dat hebben. Het beginsel “elk volk een staat” behoort, God zij dank, niet tot de internationale rechtsregels. De wereld zou dan volledig verkaveld moeten worden. Het bewuste grondgebied wordt betwist en Israël en de Palestijnen zullen er dus samen uit moeten komen. Of allebei een aparte staat, of één gezamenlijke staat, maar de huidige situatie waarin Israël een staat heeft ten koste van een ander volk is niet aanvaardbaar. Israël zal een stapje terug moeten doen. 2) Het vermoorden van politieke tegenstanders is in strijd met de moraliteit en het internationaal recht. In de beschaafde wereld krijgen moordenaars een proces en dan een gevangenisstraf. 3) Israëlische vergeldingsacties leiden tot een verslechtering van de verhoudingen. Geweld lost niets op, het is een cliché dat zich nu al jaren in het Midden Oosten bewijst Mensen die worden verdacht van aanslagen en terreur worden opgespoord en krijgen een proces en een straf. Eventueel moet daarvoor een apart internationaal tribunaal worden ingesteld, zoals het Joegoslavië tribunaal. 4) Ook Israël heeft behoefte aan een leider met moreel gezag. Ook Israël heeft een eigen versie nodig van J.F Kennedy, F.W. de Klerck, generaal Jaruzelski, zonder wie onze bovengenoemde verzetshelden het misschien niet gehaald zouden hebben. J.F.W. Kennovski Deze Israëlische leider, we zullen hem voor het gemak J.F.W. Kennovski noemen, stuurt niet het leger maar onderhandelaars op de Palestijnen af. Hij erkent dat hun situatie erbarmelijk is en dat ze recht op een beter leven hebben en dat hij daar aan bij wil dragen. Hij erkent publiekelijk dat Jeruzalem niet alleen van de Israëliërs is. Hij masseert zijn eigen volk en politieke soortgenoten dat verzoening een goede zaak en in het belang van Israël is. Hij geeft snel kleine stukjes reële of symbolische macht op. Hij investeert geld, geen bommen, in de Palestijnse infrastructuur: wegen, scholen, ziekenhuizen. Hij haalt internationale waarnemers en peace keepers naar de Palestijnse gebieden. Hij vraagt de Palestijnse leider of de joodse nederzettingen kunnen blijven in ruil voor dergelijke stappen, maar treedt radicaal op tegen elke nieuwe joodse nederzetting. Hij informeert de Israëlische kolonisten over het feit dat zij in de nabije toekomst wel ééns inwoners van een Palestijnse staat kunnen zijn. Hij zweert al het geweld af. Uiteindelijk zullen de Palestijnen zelf hun Ghandela en de Israëliërs hun Kennovski moeten kiezen. Democratie aan beide kanten dient niet alleen om een politieke leiding te kiezen, maar vooral om de juiste politieke leiding te kiezen… Edward Tersmette Werkt bij de Europese Commissie maar schrijft op persoonlijke titel E-Mail: Edward.Tersmette@cec.eu.int |
Lees meer over: vrijheid, repressie & mensenrechten wereldcrisis | aanvullingen | |