| |
Reactie op min Kamp ivm dood al-Zarqawi Astrid Essed - 09.06.2006 03:23
Met zijn reactie op de dood van al-Zarqawi heeft minister Kamp van Defensie zich niet alleen schuldig gemaakt aan een zeer stuitende uiting van triomfalisme over de dood van een medemens, eveneens bagatelliseert hij in ernstige mate de Iraaks-Amerikaanse luchtmacht verrichte buitengerechtelijke executie op al-Zarqawi Aan de minister van Defensie de heer H.G.J. Kamp Geachte heer Kamp, Ik wil graag uw aandacht vragen voor het volgende: Ik heb met grote verontrusting kennisgenomen van uw recentelijke reactie op de dood van de heer Al Zarqawi, de vermeende leider van Al-Qaeda in Irak, die ten gevolge van een Amerikaanse luchtaanval op zijn huis om het leven is gekomen. Volgens de mij uit diverse nieuwsbronnen bereikte informatie hebt u de dood van genoemde heer Al Zarqawi ''een positief punt in de strijd tegen het terrorisme'' genoemd Eveneens hebt u gesteld, dat deze zogenoemde strijd ''hiermee nog niet is gewonnen, maar vandaag toch een goede dag heeft meegemaakt'' Verder merkt u nav de acties van de heer al Zarqawi het volgende op ''„Al Zarqawi heeft gedurende lange tijd op bijzonder wrede wijze leiding gegeven aan de terroristen in Irak en heeft zelf ook vele moorden op zijn geweten, naar onze overtuiging. Dat hij is weggevallen is goed nieuws” Met bovenstaande door u gemaakte opmerkingen maakt u zich mi niet alleen schuldig aan een stuitend en een minister van een democratische rechtsstaat onwaardig triomfalisme tav de dood van een medemens, eveneens houdt u met bovenstaande door u gemaakte opmerkingen een impliciet pleidooi voor buitengerechtelijke executies, hetgeen u in ernstige mate verwijtbaar is U stelt weliswaar in uw reactie, dat het ''beter geweest was, wanneer Al Zarqawi voor de rechter was gebracht'', maar eveneens merkt u, hierop aansluitend op, ''Dat hij is uitgeschakeld door de Verenigde Staten is de een-na-beste oplossing voor het Iraakse volk. Het resultaat telt in dit geval.” A Buitengerechtelijke executie: Te uwer informatie: Bovengenoemde Brits-Amerikaanse luchtaanval op het huis van de heer al-Zarqawi is als buitengerechtelijke executie in strijd met het Internationaal Recht, dat stelt, dat ieder mens recht heeft op een proces, ongeacht de ernst van de misdrijven, waarvan hij verdacht wordt Het was dan ook zaak geweest, de heer al-Zarqawi volgens de naar Internationaal Recht geldende maatstaven te arresteren en voor de rechter te brengen, zoals u eveneens terecht hebt opgemerkt Het bagatelliseren cq legitimeren door u van een dergelijke buitengerechtelijke executie acht ik dan ook zeer verwerpelijk en in strijd met de in Nederland en internationaal-geldende rechtsprincipes en mensenrechtenverdragen In dit verband verwijs ik u zowel naar artikel 3, Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, die ieders recht op leven garandeert, alsmede de artikelen 10 en 11, die zowel garanderen het recht van ieder mens op een eerlijk en onafhankelijk proces, alsmede het recht, voor onschuldig gehouden te worden tot schuld bewezen Zie http://www.unhchr.ch/udhr/lang/dut.htm B Rol van de heer al-Zarqawi: Eveneens snijdt uw opmerking, dat de heer al-Zaqawi leiding gegeven zou hebben aan ''de terroristen'' in Irak, geen hout, aangezien uit onderzoek is komen vast te staan, dat er naast de strijdgroep van de heer al-Zarqawi, een breed scala van verzetsbewegingen in Irak actief zijn, hetzij afkomstig van radicaal-islamitische origine, hetzij van baathistische origine, hetzij Soenni of shiiitische nationalisten Zie eveneens: http://www.hrw.org/reports/2005/iraq1005/1.htm#_Toc115497707 Evenmin zijn zij allen terroristisch van signatuur, maar is er eveneens sprake van militaire aanvallen op de Brits-Amerikaanse troepen, hetgeen als zijnde verzet tegen een bezettende macht, internationaal gelegitimeerd is, in tegenstelling uiteraard met de zeer verwerpelijke aanslagen op burgers en de ontvoeringen van met name buitenlandse burgers. C Triomfalisme: Buitengewoon verontrustend acht ik eveneens het uit uw opmerkingen blijkend triomfalisme, hetgeen ik buitengewoon stuitend acht voor een minister van een land, dat zich baseert op de algemeen geldende beschavingsnormen en de beginselen van de rechtsstaat, die o.a. impliceren het recht van ieder mens op een humane behandeling, het recht op leven en een eerlijk proces, ongeacht het gepleegde misdrijf Niet voor niets is er ooit de uitspraak gedaan, dat de beschaving van mensen en Staten valt af te meten aan de wijze, waarop met de tegenstanders wordt omgegaan Aan een dergelijk principe liggen dan ook naast de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, de Geneefse Conventies dd 1949 ten grondslag, die o.a. de nadruk leggen op een humane en respectvolle bejegening van de tegenstander in de strijd Een en ander sluit eveneens triomfalisme over de dood van een medemens uit Ik spreek de hoop uit, dat u zich weer op deze beginselen mag baseren Vriendelijke groeten Astrid Essed |
Lees meer over: media vrijheid, repressie & mensenrechten | aanvullingen | uit dit artikel zijn aanvullingen verplaatst naar de ruispagina | | | Over internationaal recht | Beno Klee - 12.06.2006 07:37
Op het Duitse ARD net is er een interessante aanvulling na te lezen op http://www.tagesschau.de/aktuell/meldungen/0,1185,OID5610240_REF1_NAV_BAB,00.html . Het is een interview met professor Horst Fischer van het Instituut voor Vredeszekeringsrecht en humanitair Volkerenrecht van de Ruhr Universiteit Bochum. Kort samenvat beschrijft de man 3 situaties : 1. In het betreffende land is er door een gewapend intern conflict tussen regering en opstandelingen een oorlogsachtige situatie, en Sarkawi was een strijder, dan zou volgens het humanitair volkerenrecht een doding legitiem zijn. Zelfs al zou zij door Amerikaanse troepen gedaan zijn. 2. Gaat men ervan uit dat er geen oorlogsachtige situatie is, moet de staat alle andere middelen gebruiken om misdadigers te vangen en te bestraffen. Doding zou dan enkel toegelaten zijn wanneer er een onmiddelijke bedreiging voor mensenlevens zou bestaan, bvb wanneer Sarkawi iemand een pistool aan het hoofd zou houden. 3. Een derde situatie is ontstaan door de door de VS ontketende wereldwijde oorlog tegen terreur, waarbij de VS zichzelf het recht toeeigenen vermeende terroristen waar ook ter wereld te vermoorden. Dit zou volgens Fischer nog een sterk omstreden punt zijn. Het zou hem niet enkel gaan om de rechten van de vermeende terroristen, maar ook om de rechten van de burgers voor terroristische aanslagen beschermd te worden. Mijneer Fischer stelt een toenemende acceptatie vast van het doelgerichte vermoorden van die terroristen, die openlijk via radio-, video- of andere boodschappen bekend hebben terroristische daden begaan te hebben.
| |
aanvullingen | |