| |
President Ahmadinejads 'bazaardiplomatie' Thomas Deflo - 29.07.2006 03:47
Het is duidelijk dat de oorlog tussen de Hezbollah en Israël niet geïmproviseerd is, maar in een breder Midden-Oosters geostrategisch plan past. Het conflict, zoals wel vaker in recente internationale militaire confrontaties, werd daarom artificiëel aangewakkerd. Spookaanval Op 12 juli 2006 worden twee Israëlische soldaten door de Hezbollah ontvoerd. Maar de gemoederen raken pas echt verhit de dag erop, wanneer Hezbollah een raketaanval op de Joodse havenstad Haifa uitvoert. Schijn bedriegt echter. Zoals zo vaak schuilt achter ons 24 uur ver denkende medialandschap een te doorgronden reeks causaliteiten. Hezbollahs tweede bevelhebber sjeik Naim Kassem ontkent immers stellig dat zijn manschappen voor de raketaanval op Haifa verantwoordelijk zijn. Dat laat de sjeik weten in een telefoongesprek met de zender Al-Jazeera [1]. Hezbollah's vijanden, van hun kant, zijn er als de kippen bij om deze raketaanval te becommentariëren. Ze lijken hun statements reeds op voorhand klaar te hebben: de Israëlische ambassadeur in de V.S. noemt de aanval op Haifa "a major, major escalation", en vanuit Israël zelf weerklinkt het meteen dat "hiervoor een zware prijs zal betaald worden". Na de oorlog in Irak, kan het conflict in het Midden-Oosten zich dankzij deze raketaanval uitbreiden naar een nieuw strijdtoneel. De aanval op Haifa is de lont aan het kruitvat. De raketaanval zelf lijkt echter van een spookeskader te komen. De raket die op Haifa werd afgevuurd was volgens defensiespecialisten abnormaal voor Hezbollah. Het betrof geen traditioneel Katyusha-type -- de Sovjet-raketten die gewoonlijk niet verder dan 30-40 km reiken -- maar wel een nieuwe generatie, namelijk de Fajr3-raketten. Deze Fajr3-raketten kunnen makkelijk een doel op een afstand van 70 km bereiken. Het is inderdaad opmerkelijk dat met de aanval op Haifa voor het eerst in de geschiedenis Hezbollah-geschut zo ver is doorgedrongen op Joods grondgebied [2]. Het Fajr3-model, nota bene, is niet van Russische, maar wel van Iraanse makelij. Irans steun aan de Hezbollah is in de praktijk voornamelijk van militair-logistieke aard. De Hezbollahstrijders zijn immers van klassiek strategisch belang tegen de gedoodverfde zionistische vijand. Iran kan zich daarmee het regionaal imago aanmeten van populaire beschermengel tegen de Joods-Amerikaanse dreiging. Iran onleent met zijn steun aan Hezbollah dan ook het nodige aanzien bij de omliggende Arabische bevolkingsgroepen. De inspiratie die Iran aan de Arabische buurlanden biedt is van religieuze aard: de Iraanse mullahs cultiveren tegenover naburige Sjiieten en Soennieten het imago van de grote islamgeestelijken. Hezbollah wil niet vechten Ondanks deze steun is het tussen Iran en de Hezbollah steeds minder rozegeur en maneschijn. Dat valt cultureel te verklaren: Iran is geen Arabisch land. Het is een Perzische staat, waarin slechts een kleine minderheid Arabisch spreekt. Hezbollah is Sjiitisch. Iran streeft stiekem naar nationale soevereniteit en internationale erkenning als moderne geestelijke staat. Het heeft weliswaar een strategische inspraak in de fundamentalistische Arabische groeperingen, maar droomt eigenlijk van een mondiaal aanzien als Perzische islamstaat, die op termijn volwassen relaties met de klassieke grootmachten kan aanknopen. De Hezbollah-top van zijn kant droomt steeds meer van onafhankelijkheid tegenover Iran. Vorig jaar, in april van 2005, blijkt dat Hezbollah-sjeik Naim Kassem eigenhandig voorstelt om zijn troepen te ontwapenen, op voorwaarde dat Israël zich uit de grensgebieden zou terug trekken. De leider voegt er aan toe dat zijn Hezbollah in dat geval als reservistenafdeling zou versmelten in het Libanese leger [3]. Een declaratie die bij internationale wapenhandelaars, ideologische oorlogsstokers, maar in de eerste plaats bij Irans politieke top wenkbrauwen doet fronsen. Naim Kassems pacifistische reflex zal in Teheran niet op gejuich onthaald worden. De sjeik doet er vorige maand nog een schep bovenop, wanneer hij in een ophefmakende persmededeling laat verstaan dat zijn Hezbollah-milities Iran niet zouden bijstaan indien het door Amerika wordt aangevallen [4]. Deze onafhankelijkheidsreflex van een groepering over wie Iran al decennialang de scepter zwaait, stuit president Ahmadinejad tegen de borst. De pacifistische en onafhankelijke verklaringen van de Hezbollah-top klinken allerminst als muziek in de oren van Iran, dat een afscheuring van de Hezbollah om de vernoemde geostrategische redenen kan missen als kiespijn. President Ahmadinejad zou tegelijk zijn ziel verkopen om Irans nucleaire ambities waar te maken. Hij wil via zijn atoomprogramma internationale erkenning afdwingen voor de grootsheid van het Perzische volk, maar heeft contradictorisch genoeg eerst die erkenning nodig vooraleer hij daarmee door de internationale gemeenschap wordt vertrouwd. Steun aan het 'terroristische' Hezbollah is in dat opzicht een smet op Irans internationaal blazoen. Na Irak trachten de Verenigde Staten ook in Irans ondergrond een greep te krijgen op de gigantische oliereserves. Onder de pretext van het indijken van Irans nucleaire verrijking dreigden Amerikaanse diplomaten Irans imago in het buitenland danig te verstoren, en de soevereine ambities van het fiere volk finaal te verpesten. Ahmadinejad werd hierover maandenlang door de Amerikanen het mes op de keel gezet, en worstelde zich in alle bochten om zich hieruit te redden: zich via controversiële boodschappen isolerend wanneer de diplomatie in hun nadeel dreigde over te hevelen, dan weer in de pen kruipend wanneer Washington diende gepaaid te worden om tot onderhandelingen over te gaan. De kranten stonden dagelijks vol van de wederzijdse bedreigingen aan elkaars adres, en het leek op een onvermijdelijk militair treffen te zullen uitdraaien, voor zover dat via klandestiene CIA-operaties al niet het geval was. Maar achter de schermen woedde tussen Iran en de Verenigde Staten wel tegelijk een achterdeurdiplomatie. Meer zelfs: Iran verrichte de voorbije jaren onmisbare diplomatieke diensten aan Amerika's oorlogsfront in het Midden-Oosten. De relatie die in de media wordt geportretteerd tussen Iran en de Verenigde Staten is helemaal niet wat ze lijkt. Iran is in de praktijk geen absolute boeman voor de VS, maar een occasioneel strategische partner. Een deal met de V.S. In de ogen van de wereld neemt Iran een centrale plaats in op Amerika's 'as van het kwaad'. Iran en de Verenigde Staten kunnen aan hun achterban dus onmogelijk doen uitschijnen dat ze met elkaar samenwerken. Maar in de praktijk ligt dat helemaal anders. Op het strijdveld, en waar de belangen samensmelten, doen de twee grote naties regelmatig aan achterdeurdiplomatie. Dat zou bijvoorbeeld uitlekken tijdens het befaamde Iran-contra schandaal van twintig jaar geleden. De militaire divisies en vooral inlichtingendiensten hebben ook tijdens de voorbije jaren zonder weerga samengewerkt. * In 1986 sloot de regering Reagan/Bush een klandestiene deal met het als 'terroristisch' bestempelde Iran: de V.S. zouden anti-tankgeschut leveren in ruil voor het vrijlaten van Amerikaanse Hezbollah-gevangenen. Dit zou de officiële geschiedschrijving ingaan als het Irangate-schandaal. * In 2001 zou Iran aan de Verenigde Staten essentiële intelligence verschaffen tijdens hun oorlog met de Taliban in Afghanistan [5]. * Het Iraaks oorlogsfront wordt in 2004 voor de geallieerden langs Irans zijde opengesteld. Iraakse alliantietroepen van 10 000 man sterk worden toegelaten om vanuit Iran Irak binnen te vallen [5]. * Iran verleent de V.S.-troepen in Irak onmisbare hulp bij het organiseren van de verkiezingen. De Sjiitische moslimleider Ayatollah Ali al-Sistani wordt door Iran aangemaand zijn gelovigen op te roepen te gaan stemmen in wat de eerste Iraakse democratische verkiezingen zouden worden. Deze effectieve 'democratisering' van Irak zou de Verenigde Staten toelaten zich naar de buitenwereld op te werpen als efficiënte nation builders. Iran verschafte hiervoor onmisbare diplomatieke steun [5]. * Vanaf 2004 speelt Iran zijn invloedrijke troefkaart helemaal uit: in de Sjiitische oproer in Irak zou de hand van de Iraanse geheime dienst Savak herkenbaar zijn. Een oproer die vervolgens door Amerikaanse troepen militair aan banden kan worden gelegd. In ruil voor deze instrumentele assistentie zou Kamal Kharrazi, Irans minister van Buitenlandse Zaken, het van de Verenigde Staten geklaard krijgen dat de retoriek over Irans nucleair programma afgezwakt wordt, zijn land militair niet langer bedreigd wordt, en het streven naar Iraanse soevereniteit ongestoord kan verder gezet worden [6]. * In januari 2005 wint het Amerikaanse bedrijf Halliburton een lucratief contract om met de ontginningen te beginnen van het enorme Iraanse olieveld Pars. Iran heeft vanaf 2005 zijn invloed op de Sjiiten in de regio gradueel verstevigd, en commentatoren zijn het erover eens dat Iran hiermee zijn troeven tegenover het Westen uitstekend uitspeelt: via de Hezbollah-milities zou Iran wel eens een opstand in Libanon kunnen organiseren, laat Arabië-kenner Jalal Ghazi verstaan. De Iraanse journalist Afshin Molavi belicht op zijn beurt hoe Iran vanaf 2006 de bewapening van de Hezbollah heeft doorgedreven, onderwijl een middenweg zoekend om de Israelo-Amerikaanse belangen tegemoet te treden. Het finaal binnenrijven van een vrijgeleide voor de eigen nucleaire ambities is daarvoor uiteraard de inzet geweest [7]. Iran heeft de Iraakse Sjiitische bevolking aan de leiband via controle over hun geestelijke leiders. Het heeft vervolgens zijn greep op de Sjiitische Hezbollah-milities in zuid-Libanon versterkt. Iran beslist wanneer de Sjiiten in opstand komen, en houdt op die manier de vinger aan de knip van het Midden-Oosten. De vernieuwde greep van Iran over de Hezbollah brengt vermoedelijk verse strijdmachten in het veld, met soldaten die niet zozeer aan de autonomistische sjeik Naim Kassem verantwoording afleggen, maar wel rechtstreeks aan Iran. Militaire experts zijn het erover eens dat de raketaanval van 13 juli ongezien was voor Hezbollahs doen. Hezbollah-leider Naim Kassem zelf weerlegt elke betrokkenheid bij deze aanval. En het type raketten dat recentelijk wordt gebruikt, de gloednieuwe Fajr3, zijn van Iraanse makelij. Zij die op 13 juli de lont in het kruitvat staken van deze oorlog, laten onmiskenbaar Iraanse vingerafdrukken na. Dat Perzisch schaakspel lijkt te lukken. Dankzij dit conflict kan Iran de aandacht afwenden van zijn nucleair verrijkingsprogramma. Daar waar het schandaal van Irans ambities voor de atoombom, inclusief alarmerende negationistische randopmerkingen, amper een maand geleden niet van het nieuws weg te branden was, is de media-aandacht nu helemaal verlegd naar dit heropgeflakkerde Arabisch-Israëlische conflict, waardoor de Iraanse nucleaire fysici ongestoord kunnen verder werken. Een nieuwe broeihaard in Libanon is in het belang van de betrokken grootmachten, dat weet Iran ook. De Joods-Amerikaanse troika krijgt op 13 juli zijn oorlog dankzij Iran op een plaatje toegediend. Met belangrijke geostrategische gevolgen. Olie voor Israël Wat levert dit conflict Israël en Amerika precies op? Voor het Westen biedt deze oorlog -- die ze natuurlijk zullen winnen -- minstens even interessante perspectieven als voor Iran. Dankzij een oorlog met de Hezbollah kunnen de neoconservatieven in Amerika, en hun collega-haviken in Israël, hun 'war on terror' weer van de nodige legitimiteit voorzien, kan de Joodse dominantie over het regionaal moslimfundamentalisme bestendigd worden, en vooral: kan Israël op lange termijn een dominante positie veroveren op de internationale energiemarkt. In zijn editoriaal The War on Lebanon and the Battle for Oil benadrukt de Canadese economie-professor Michel Chossudovsky de belangrijke geostrategische gevolgen van dit Libanees conflict. Welgeteld één dag voor de schermutselingen begonnen werden ten noorden van het land Westerse oliepijpleidingen ingehuldigd: petroleum- en gasroutes van de Kaspische Zee over Turkije naar het Europese vasteland. Een belangrijke herovering van de Westerse op de Russische invloedssfeer, vermits de olie en het gas ongehinderd doorheen voormalige sovjetlanden als Turkmenistan over Afghanistan in het oosten, en Azerbeidjan en Georgië in het westen vloeien [8]. Met deze Kaspische olie bestaan grootse plannen ten behoeve van de staat Israël. Het is namelijk de bedoeling deze petroleumroute rechtstreeks naar het zuiden door te trekken, onder de Middellandse Zee door. De pijpleidingen zouden Israël uiteindelijk van importeur tot netto petroleumexporteur aan de hongerige markten van India en China kunnen omtoveren. Deze kaart geeft goed de energieplannen weer. Het is duidelijk dat Libanon en Syrië een doorn in de Westerse dij vormen. Na het veroveren van olie- en gastransport via Afghanistan, en de exploitatie van Iraks gigantische oliereserves door Westerse energieconglommeraten, is de op til staande Israëlische olieroute van het Midden- naar het Verre Oosten de nieuwe uitdaging voor Amerika. Dit ogenschijnlijk regionale Libanese conflict betekent niets minder dan de broodnodige hefboom voor de verdere geostrategische herschikking van het Midden-Oosten. Het hoeft dus niet te verwonderen dat deze oorlog van Hezbollah tegen Israël reeds sinds een paar jaar in de steigers stond. Hooggeplaatste Israëlische officieren presenteren sinds 2004 aan buitenlandse ambassades, bevriende journalisten en militaire denktanks computerschema's van de 'drie weken oorlog' die we dagelijks op onze beeldbuis te zien krijgen [9]. Het enige wat ontbrak was de lont aan het kruitvat. Ahmadinejads invloed op de Hezbollah heeft die lont aangestoken. De Iraanse president heeft met zijn bazaardiplomatie verkregen waar hij zo naar snakte: buiten het bereik van de priemende ogen van de internationale pers, gevrijwaard van nieuwsgierige VN-controleurs, kan hij zijn nucleair verrijkingsprogramma verder zetten. De ultieme Iraanse fantasie om ooit toe te treden tot het selecte clubje van nucleaire grootmachten, zoals daar zijn de Verenigde Staten, Rusland, Groot-Brittannië, Frankrijk en China, komt dichterbij. Het slachtofferen van de Hezbollah zal die prijs meer dan waard zijn. ------------- [1] Fouad Ajami, Haifa Hit A 'Major Escalation', CBS News, 13 juli 2006. [2] Hezbollah's biggest missile yet, Defense Tech, 16 juli 2006. [3] Report: Hezbollah to drop arms if Israel quits Shebaa, Haaretz, 8 april 2005. [4] Lin Noueihed, Hizbollah sees no need to aid Iran if U.S. strikes, 22 mei 2006. [5] Jalal Ghazi, Arab Media See U.S.-Iranian Deal-Making Behind a War of Words, Pacific News Service, 15 maart 2005. [6] Ardeshir Moaveni, US-Iranian Cooperation Initiative on Iraq Falls Apart Amid Iranian Diplomats' Assassination, Eurasia Insight, 16 april 2004. [7] Afshin Molavi, The Persian Game, Salon, 20 juli 2006. [8] Michel Chossudovsky, The War on Lebanon and the Battle for Oil, Global Research, 26 juli 2006. [9] Matthew Kalman, Israel set war plan more than a year ago, San Francisco Chronicle, 21 juli 2006. E-Mail: thomas.deflo@telenet.be Website: http://www.bloggen.be/thomasdeflo/ |
Lees meer over: wereldcrisis | aanvullingen | |