| |
Intriges en speculaties rond de dood van Litvinenko Vadim Donetsky/INSUDOK - 04.12.2006 20:50
Westerse media en politici lijken het met elkaar eens: het Kremlin zit achter de dood van de ex-KGB-agent Aleksandr Litvinenko. Intriges en speculaties zijn aan de orde van de dag. Hieronder de bijdrage van INSUDOK aan de beschuldigende vingers. Intriges rond de dood van Litvinenko Westerse media en politici lijken het met elkaar eens: het Kremlin zit achter de dood van de ex-KGB-agent Aleksandr Litvinenko. Intriges en speculaties zijn aan de orde van de dag. Hieronder de bijdrage van INSUDOK aan de beschuldigende vingers. Op woensdag 1 november 2006 had Aleksandr Litvinenko een ontmoeting met de Italiaan Mario Scaramella in een sushibar in het Londense Piccadilly. Deze sushibar was de eerste van vele andere plekken die op die fatale eerste novemberdag door Litvinenko werden bezocht. Scaramella had oorspronkelijk een afspraak met Litvinenko op 10 november maar verplaatste deze kort tevoren naar 1 november. Waarom? Misschien kwam het Scaramella beter uit of misschien had het te maken met polonium-210, het radioactieve gif dat Litvinenko doodde en dat een actieve termijn heeft van 138 dagen? Scaramella verzette zich hevig tegen speculaties in de media dat hij een agent-provocateur voor Rusland is, maar geen enkele journalist nam de moeite om na te gaan of Scaramella nog andere bronnen van inkomsten heeft behalve die uit het Kremlin. Deze stelling wil niet de schuld van Scaramella suggereren, maar het gaat hier om de opinie van de westerse media als het om berichtgeving over Rusland gaat. NOS-correspondent Peter d’Hamecourt (“oom Peter weet het beter”) is wat dat betreft een lichtend voorbeeld door bij regelmaat te stellen dat het Kremlin achter de dood van Litvinenko zit. De tendens in de Westerse media over de dood van ex-KGB-agent Aleksandr Litvinenko lijkt te zijn dat ‘Rusland’ en in het bijzonder ‘Poetin’ schuldig is. Het aloude juridische adagium ‘onschuldig tot het tegendeel bewezen is’ is in dit verband omgevormd tot ‘schuldig totdat de onschuld is vastgesteld’. Sommige media gaan zelfs zo ver te stellen dat ‘de Russische president door zijn daden moet aantonen dat hij niets te maken heeft met de dood van Litvinenko’. In de Russische pers leverde dat reacties op in de trant van “moeten Bush en Blair ook door daden aantonen dat zij niet verbonden zijn met de dood van duizenden Irakese burgers?” De Russische journalist Timofei Borisov schreef in Komsomolskaya Pravda, een populaire krant met een miljoenenoplage “de lijst van degenen die zouden kunnen profiteren van Litvinenko’s dood is zeer lang. Een schandaal zoals dit was niet in het belang van de Russische machthebbers aan de vooravond van de ondertekening van een nieuw verdrag tussen Rusland en de Europese Unie. Het wordt nu gebruikt om druk op het Kremlin uit te oefenen”. Thallium wordt polonium Later op die eerste november had Litvinenko nog een zakelijke ontmoeting met een tweetal Russen, waaronder een voormalig KGB-agent, in het Millennium-hotel. Enkele uren later, nadat Litvinenko zich ziek voelde, werd hij naar een ziekenhuis gebracht. En op vrijdag 17 november wordt hij overgebracht naar het University College Hospital in Londen waar artsen in eerste instantie de foute diagnose stellen dat hij zou zijn vergiftigd met thallium. Een op 20 november vrijgegeven foto van Litvinenko in zijn ziekenhuisbed gaat de hele wereld over. De foto toont in felle kleuren zijn slechte lichamelijke toestand en zijn kale hoofd. Drie dagen later, op vrijdag 23 november 2006, overlijdt Litvinenko op de intensive care van het ziekenhuis en de Londense politie opent het onderzoek naar een ‘onverklaarbare dood’. Na het foutieve thallium-verhaal komen de Britten op 25 november met de verklaring dat er in Litvinenko’s lichaam polonium-210 was aangetroffen, een zeer dodelijke radioactieve isotoop. Maar dit polonium-210 werd ook nog op zeven andere plaatsen in Londen gevonden, waaronder in het hoofdkwartier van Berezovsky in het Londense Mayfair. Boris Berezovsky is een Russische oligarch, miljardair, die in 2001 asiel kreeg in Groot-Brittannië nadat hem in Rusland de grond te heet onder de voeten werd. Het bleek dat Litvinenko op die eerste november ook een bezoek aan Berezovsky had gebracht en op die manier er dus ook polonium-210 zou kunnen worden aangetroffen. Berezovsky heeft niet bekendgemaakt met welke reden Litvinenko hem op 1 november bezocht, zodat de westerse media voortgingen met hun samenzweringstheorie dat het Kremlin achter de dood van de oud-KGB-agent zat. Op deze plek kunnen we een tweetal nieuwe theorieën aan de reeds bestaande toevoegen: 1. iemand in het Londense kantoor van Berezovsky vergiftigde Litvinenko met polonium-210 en 2. Litvinenko verknalde de opdracht om iemand, misschien Berezovsky zelf, te vergiftigen en werd zelf op fatale wijze het slachtoffer. Misschien een absurd scenario, maar is dat zoveel absurder als de weloverwogen opzet van het Kremlin om internationale relaties op het spel te zetten door iemand te vermoorden die geen enkele potentiële bedreiging vormt voor welke positie van wie dan ook? En dan ook nog met polonium-210, waarvan door Rusland maandelijks in totaal 8 gram wordt geëxporteerd en uitsluitend naar de Verenigde Staten, volgens Sergej Kirienko, ex-premier van de Russische Federatie en nu directeur van het Russische atoomagentschap Rosatom. “De man die mijn leven redde” Berezovsky en Litvinenko kennen elkaar sinds 1994, toen zij elkaar voor het eerst ontmoetten in Moskou. In 1998 maakte Litvinenko tijdens een persconferentie in Moskou bekend dat de FSB, opvolger van de KGB, hem de opdracht had gegeven om Berezovsky te liquideren. Litvinenko werd gearresteerd en zat negen maanden gevangen op beschuldiging van misbruik van zijn positie en week na zijn vrijlating in 2000 naar Londen uit. Zijn voornaamste wapenfeiten zijn daarna de publicatie van twee boeken met kritiek op het Kremlin. Boris Berezovsky noemde de voormalige KGBer de ‘man die mijn leven redde’. Berezovsky werd nog in januari 2006 door de Britse premier Tony Blair teruggefloten nadat hij openlijk had verklaard dat ‘een verandering van regime in Moskou’ noodzakelijk is. En intussen had Litvinenko meerdere malen verklaard dat hij de beschikking had over ‘belastend materiaal tegen de Russische regering’, waarvan evenwel niets aan de oppervlakte kwam, ondanks de vele contacten met de media van Berezovsky c.s., zowel in Europa als in de Russische Federatie. In een verklaring van Litvinenko die na zijn dood werd voorgelezen door zijn vriend Alex Goldfarb liet hij het volgende weten: “U kunt er in slagen om één man het zwijgen op te leggen, maar het gebrul van de protesten van over de hele wereld zal bij u, mijnheer Poetin, voor de rest van uw leven in de oren nagalmen.” Poetin was niet de enige die vraagtekens zette bij het tijdstip van verschijning van deze verklaring en of Litvinenko wel de schrijver ervan was. “Als een dergelijke verklaring voor de dood van de heer Litvinenko verscheen dan is er altijd de vraag: waarom werd die niet gepubliceerd toen hij nog in leven was? En als de verklaring na zijn dood verscheen, hoe kan men er dan commentaar op leveren?”, zei Poetin tijdens een persconferentie in Helsinki naar aanleiding van de EU-Rusland top. “Het is heel treurig dat tragische gebeurtenissen zoals de dood van iemand worden gebruikt voor politieke provocaties,” zo voegde hij eraan toe. Maar intussen gaat de mediahype over de dood van Litvinenko en de betrokkenheid van het Kremlin door. “De Russen gaan door met de ontkenning van hun verantwoordelijkheid,” meldde de New York Times op 25 november verontwaardigd, “zelfs nadat een hoge ambtenaar van het Britse ministerie van buitenlandse zaken heeft bekendgemaakt dat de ambassadeur uit Moskou is teruggeroepen en zei dat de situatie nu nog ernstiger is.” Maar niet alleen de media staken de beschuldigende vinger uit. Peter Hain, minister van Europese Zaken in de Britse regering, verklaarde voor de BBC-camera’s: “Er zijn veel dingen in Rusland gebeurd die een schaduw hebben geworpen over president Poetin’s succes om de boel bijeen te houden en economische stabiliteit te bereiken uit een periode van chaos”. Maar Hain vergat erbij te vertellen dat Groot-Brittannië blijft weigeren om ballingen uit te leveren aan Rusland, waaronder Ahmed Zakajev, de Tsjetsjeense krijgsheer en last but not least Boris Berezovsky zelf: in Rusland beschuldigd van grootschalige fraude, witwasserij en zelfs moord. In hoeverre draagt Londen zelf bij aan de intriges rond de dood van Litvinenko? E-Mail: insudok@yandex.ru Website: http://www.insudok.nl |
Lees meer over: vrijheid, repressie & mensenrechten | aanvullingen | |