| |
Getuigenis van Sultana Sultana KHAYA Sidi Brahim - 15.05.2007 14:31
Het getuigenis van Sultana KHAYA Sidi Brahim, een Saharaanse studente in Marrakech over het optreden van de Marokkaanse politie; vertaald uit het engels. Wij organiseerden een sit-in uit solidariteit met de Sahrawi studenten aan de universiteit IBNO ZOHR van Agadir, die het slachtoffer zijn van beestachtige agressie. Daarna organiseerden wij een demonstratie vanaf de faculteit van Rechten, langs de Faculteit van Letterkunde, naar de campus van de universiteit Alqady Ayad van Marrakech. Daar werden wij verrast door de gewelddadige interventie van alle Marokkaanse veiligheidsinstanties, geheime en geuniformeerden. Ik was de eerste van de slachtoffers omdat er meteen op mij werd gemikt. De agenten hadden een cirkel rond mij gemaakt en sloegen en trapten mij met hun knuppels en hun voeten en daardoor knapte mijn oog. En toen ik hen zei dat mijn oog was geraakt, sloegen zij door op mijn oog. De agenten mishandelden ook Soumaya ABDEDAYEM, Elkouria AMIDANE en Abdelfatah ELYADASSYA. We raakten verstikt door de traangas granaten, heet water en nog een product waarvan ik niet weet wat het was. Said ELOUAABANE raakte ook gewond en toen ik probeerde zijn jas te verwijderen die scheurde, kreeg ik wonden die lijken op de brandwonden vanwege het chemische spul dat op zijn jas zat. Wij werden geslagen met stokken en geschopt. Zij bleven ons in de Universiteitswijk onafgebroken slaan, meer dan 40 minuten, tot onze lichamen gevoelloos vlees werden. Daarna stopten zij ons in een ambulance en boeiden onze handen. Erger nog, wij werden ook in deze ambulance geslagen. Tussen de klappen door werden wij op racistische wijze beledigd. Het team van de ambulance deed er aan mee en moedigde onze beulen aan met kreten als: "Dood deze Polisario". Ze trokken aan ons haar en sloegen onze hoofden tegen de ambulance. Zij brachten ons naar het ziekenhuis IBNO TOUFAIL. Hoewel mijn oog was gebarsten, hebben zij er alleen een verband om gedaan. Ik geloof dat het een mannelijke verpleger was die het verband er zonder iets te zeggen op deed. Ze brachten ons dan naar het politiebureau in Jamaâ Elafna. Toen wij bij het ziekenhuis aankwamen en op weg naar het politieburo werden wij onophoudelijk geschopt en geslagen. Toen wij in het politieburo terugkeerden begonnen ze te informeren naar onze identiteit. Sommige politieagenten, die heel dichtbij stonden, beledigden de Sahrawis, het Polisario en zijn leiders, voornamelijk de president. Zij zeiden tegen ons: "Luister naar de ware geschiedenis van de Sahara. Marokko heeft de Sahara uit medelijden met deze vuile en onontwikkelde mensen ingelijfd". Twee uren later brachten zij 25 studenten uit de universiteitswijk die tegenover ons moesten gaan zitten. Zij brachten ook 12 Sahrawi studenten. Wij verkeerden allemaal in een afschuwelijke toestand en waren bedekt met bloed. Zij verplichtten de 25 studenten te lachen en te juichen om ons psychologisch te folteren. Tussen 23:30 en middernacht heb ik bloed gespuwd. Daarom werd ik in een ambulance naar het Elmamounia ziekenhuis gebracht. De dokter die mij zag vertelde dat mijn oog was gebarsten en dat zij mij naar het Alantaki ziekenhuis moeten brengen en dat is gebeurd. Onderweg werd ik nog steeds geschopt en geslagen. In het Alantaki ziekenhuis zei de mannelijke verpleegster dat zij vertrokken en dat zij niet meer terug zouden komen en dat ik onder de verantwoordelijkheid van het ziekenhuis val. Zij brachten mij in een kamer met andere vrouwen zonder het geven van enige zorg. Na 20 minuten kwam een groep politieagenten die me, waar de andere vrouwen bij waren, meetrokken aan mijn haar. Bij de deur van de kamer moest ik nog een keer bloed opgeven. Een van hen gaf aan mij een schop en leidde mij in nog een kamer waar een vrouw alleen was. Na twee of drie uur, kwam er weer een ploeg agenten, van 8 mensen in burger, die mij vroegen om documenten te ondertekenen. Ik vertelde dat ik daartoe niet in staat was omdat ik de controle over mijn handen kwijt was geraakt. Een van hen nam mijn hand en liet mij documenten schrijven en ondertekenen waarvan ik de inhoud niet ken omdat omdat mijn oog is gebarsten en het andere dichtgeslagen is en opgezwollen. Zij lieten me bijna een uur documenten schrijven en tekenen. Daarna vertrokken ze en ze lieten twee bewakers bij mij achter. Een van hen viel dichtbij op het bed in slaap en de andere zat vlakbij op een stoel bij mijn bed. In de ochtend vroeg ik een meisje, die haar moeder kwam bezoeken, om mijn familie te waarschuwen. Ik heb het telefoonnummer op haar hand geschreven. Maar toen zij vertrok kwamen de bewakers haar achterna en bedreigden haar. Het meisje kwam huilend terug om afscheid van haar moeder te nemen. En toen ik haar hulp vroeg om naar het toilet te gaan, heeft zij zich zelfs niet naar mij omgedraaid. Daarna zetten zij mij helemaal alleen in een kamer en ik vroeg hen vele malen om mijn familie te roepen. Rond 11 uur in de morgen kwam een verpleegster mij vragen om chirurgisch garen te kopen omdat daarmee mijn oog geopereerd moest worden. Ik vertelde haar dat al het geld dat ik bij mij had door de politie in beslag was genomen en dat de oplossing moest komen van mijn familie of een van mijn vrienden. Op dat moment kwam er een politieagent in burger die het nummer vroeg dat ik wilde bellen. Ik heb toen een van mijn kameraden geroepen die met een geweldig aantal kameraden op bezoek kwam waaronder een van mijn ouders die toestemming gaf voor de operatie aan mijn oog. Mijn oog is gebarsten en mijn neus is gebroken en de beelden ( http://www.vest-sahara.no/index.php?parse_news=single&cat=49&art=460 ) hebben geen commentaar nodig. Sultana KHAYA Alantaki ziekenhuis Marrakech - Marokko. bron; http://asvdh.net/english/?p=193 E-Mail: fwillems@antenna.nl |
Lees meer over: vrijheid, repressie & mensenrechten | aanvullingen | |