| |
Presidentsverkiezingen Oekraine januari 2010 Bas van der Plas - 13.01.2010 13:51
Vijf jaar na de zogenaamde "Oranje revolutie" vinden er in Oekraïne presidentsverkiezingen plaats. Hier een analyse van die afgelopen 5 jaar en de conclusie dat de presidentsverkiezingen niets zullen veranderen ten gunste van de Oekraïense bevolking. Vijf jaar “Oranje Revolutie" in Oekraïne Presidentsverkiezingen januari 2010 Na een derde ronde in de betwiste presidentsverkiezingen van 2004 in Oekraïne won uiteindelijk Viktor Joesjstjenko de hoogste post van het land op 26 december 2004. Het Oekraïense Hooggerechtshof had de derde stemmingsronde afgedwongen na beschuldigingen van fraude op grote schaal na de tweede ronde in november, waarbij Joesjtsjenko's tegenstander Viktor Janoekovitsj werd uitgeroepen tot winnaar. Dat bracht duizenden betogers in de straten van Kiev door Bas van der Plas/INSUDOK Vijf jaar later staan Janoekovitsj en Joesjtsjenko weer tegenover elkaar bij de presidentsverkiezingen van januari 2010. De inmiddels uiterst impopulaire Joesjtsjenko zal naar verwachting reeds in de eerste ronde afvallen. De vroegere bondgenote van Joesjtsjenko in de zogenaamde "Oranje Revolutie" van 2004, Julia Timosjenko, die sindsdien een bittere tegenstandster van de president is, staat ook kandidaat voor de post van president in de verkiezingen van 17 januari. Dus uiteindelijk zal net zoals in 2004 het Oekraïense volk worden geconfronteerd met een keuze tussen de kandidaten die de belangen van de elite van Oekraïne verdedigen. Tussen de aantredende kandidaten kan geen onderscheid in politieke beginselen worden gevonden, een feit dat bevestigd is in de afgelopen vijf jaar waarin Joesjtsjenko, Janoekovitsj en Timosjenko met elkaar coalities hebben gevormd en ook weer afgebroken, uitsluitend op basis van politiek opportunisme. Inmiddels is de maatschappelijke positie van de Oekraïense bevolking aanzienlijk verslechterd 'dankzij' het politiek opportunisme van de leiding. Aandacht van Washington De kandidatuur van Joesjtsjenko voor het presidentschap in 2004, en zijn daaropvolgende campagne om de electorale overwinning van de pro-Russische kandidaat Viktor Janoekovitsj ongeldig te verklaren, werd gesteund door de Verenigde Staten. Washington zag in Joesjtsjenko een willig instrument in haar inspanningen om de strategische positie van Moskou te verzwakken. Oekraïne biedt een belangrijke verbindingsweg voor de uitvoer van Russisch aardgas naar de Europese Unie en de Oekraïense haven van Sevastopol, op de Krim, is thuishaven van de Russische Zwarte Zeevloot. Al in de jaren 90 genoot Joesjtsjenko de aandacht van Washington als hoofd van de Centrale Bank van Oekraïne, waar hij een belangrijk architect was van de herstructurering van de voormalige Sovjet-economie, wat resulteerde in de plundering van de voormalige genationaliseerde eigendommen en de ontwikkeling van een enorm rijke en corrupte oligarchische elite. De voormalige Oekraïense president Leonid Koetsjma, die in 1999 Joesjtsjenko benoemde tot minister-president zag in hem een "hervormer" die zich zou bezighouden met een heroriëntatie van de Oekraïense economie die nog steeds nauw verbonden was met Rusland, richting de VS en West-Europa. Koetsjma hoopte dat de technocraat Joesjtsjenko de betrekkingen met het westerse kapitaal zou kunnen verbeteren naar aanleiding van de ernstige recessie veroorzaakt door de nauwe economische banden van Oekraïne naar Rusland, die net hadden geleden onder een grote financiële crisis in 1998. Markteconomie Tijdens zijn premierschap ontstonden er conflicten tussen Joesjtsjenko en toonaangevende oligarchen die grote belangen hadden in de kolen-, aardgas- en metaalindustrie. Joesjtsjenko was voorstander van een meer vrije markteconomische benadering door het aantrekken van buitenlandse investeringen in de industriële infrastructuur van Oekraïne. Zijn tegenstanders, voornamelijk in het oosten van het land, vreesden dat de plannen van de regering hun controle over de industrie in gevaar zouden brengen. In zijn streven naar een meer marktgerichte economie werd Joesjtsjenko niet alleen gesteund door westers kapitaal, maar ook door een deel van de Oekraïense elite die grote commerciële belangen heeft en die een kans zagen om terrein te winnen op hun rivalen. Joesjtsjenko's vice-premier Julia Timosjenko, die met haar man een fortuin had vergaard door de uitvoer van aardgas, was gewikkeld in een politieke strijd met haar zakelijke concurrenten over de verkoop van de zeer lucratieve voormalige genationaliseerde industrieën. Met behulp van hun macht in het Oekraïense parlement, de Verchovna Rada, zorgden in 2001 de Oost-Oekraïense oligarchen voor een motie van wantrouwen tegen Joesjtsjenko en Timosjenko. President Koetsjma, die bang was voor een openlijke strijd met zijn bondgenoten uit de industrie, liet Joesjtsjenko vallen. Joesjtsjenko merkte dat hij uit de gratie was bij het presidentieel regime, maar de lieveling van het Westen en een deel van de Oekraïense bourgeoisie die gepikeerd was door de overheersing van het land door Koetsjma en zijn trawanten. Vanuit deze basisposities richtten Joesjtsjenko en Timosjenko hun eigen partijen op, Ons Oekraïne en het Blok Julia Timosjenko, waarmee politieke pluriformiteit haar intrede deed bij de parlementsverkiezingen van 2002. 'Verkiezingsfraude' In 2004 was de tweede termijn als president voor Koetsjma verstreken. Met een grondwettelijke beperking tot twee termijnen kon hij geen kadidaat meer zijn, hij ondersteunde daarop Viktor Janoekovitsj voor het presidentschap. Janoekovitsj is nauw verbonden met Koetsjma en de oligarchische families van de industriële Donetskregio in Oekraïne, waar hij leiding gaf aan de lokale overheid vanaf 1997 totdat hij in 2001 werd benoemd tot vervanger van Joesjtsjenko als premier. Janoekovitsj's streven om het presidentschap over te nemen van Koetsjma werd gesteund door de regering van Vladimir Poetin in Rusland. Het Kremlin, hoewel het zich bewust was van het feit dat Koetsjma had geflirt met het Westen en zich beweegt in de richting van het door de VS geleide militaire bondgenootschap NAVO, verkoos toch nog Janoekovitsj als favoriet boven Joesjtsjenko, die een sterk voorstander was van Oekraïens lidmaatschap van de NAVO. Joesjtsjenko's kanidatuur voor het presidentschap van Oekraïne kreeg steeds meer steun, vooral onder jongeren en de Oekraïense nationalisten uit de westelijke delen van het land, steun die grotendeels gebaseerd was op verzet tegen de corrupte Koetsjma administratie. Echter, Joesjtsjenko kreeg veel minder steun in de grotendeels Russisch-sprekende oostelijke regio's van Oekraïne, waar Janoekovitsj zijn machtspositie had. Miljoenen werknemers in de industrie in dat gebied voelen zich nauw verbonden met Rusland en waren geen voorstander van Joesjtsjenko's "vrije markt" ideeen of zijn campagne voor het Oekraïense nationalisme. Tijdens de eerste ronde van de presidentsverkiezingen in oktober 2004 kregen Joesjtsjenko en Janoekovitsj ieder iets minder dan 40 procent van de stemmen. In de tweede ronde, gehouden op 21 november 2004, stevende Janoekovitsj af op een meerderheid. De oppositie beschuldigde zijn aanhang van verkiezingsfraude, wat op grote schaal werd herhaald in de westerse media. Na de verkiezing van november braken er massale protesten los uit kringen van de tegenkandidaat en Joesjtsjenko's beweringen van verkiezingsfraude zorgden voor grote demonstraties in Kiev. Vooral veel jonge mensen namen aan de demonstraties deel, en in de protesten werd vijandigheid geuit jegens de Koetsjma-Janoekovitsj overheid en steun voor de illusies in Joesjtsjenko als een democratische hervormer. Joesjtsjenko en Timosjenko leidden deze demonstraties, die de bijnaam "Oranje Revolutie" kregen, nadat in 2003 de door de VS gesteunde "Rozenrevolutie" in de voormalige Sovjet-republiek Georgië Michail Saakasjvili aan de macht bracht. De steun van de Verenigde Staten voor de oranje-campagne in Kiev was duidelijk. De pro-Joesjtsjenko studentenbeweging Pora was opgeleid en bemand door een aantal voormalige Saakasjvili activisten uit Georgië. De partij Ons Oekraïne kreeg steun van het Amerikaanse State Department en verschillende Amerikaanse NGO's. Geen perspectief Sinds zijn beëdiging in januari 2005 heeft Joesjtsjenko de illusies van veel van de jongeren die achter hem stonden in 2004 vernietigd. Door het reactionaire politieke karakter van zijn regering is zijn populariteit aanzienlijk gedaald, en zou Joesjtsjenko rond de 3 procent va de stemmen krijgen, zo blijkt uit opiniepeilingen. Joesjtsjenko heeft het presidentschap over een net zo corrupt regime als dat van Koetsjma. Omkoping, vriendjespolitiek en de verrijking van een klein aantal van oligarchen hebben zich onverminderd voortgezet. De politiek van Oekraïne wordt nog steeds gedomineerd door de super-rijken, die gebruik maken van hun invloed op de overheid om hun eigen belangen te bevorderen en af te rekenen met hun rivalen. De economische en sociale omstandigheden voor de Oekraïense bevolking zijn verslechterd sinds Joesjtsjenko aan de macht kwam, met de economie van het land zwaar getroffen door de financiële crisis in 2008 en de daaropvolgende wereldwijde recessie. De Oekraïense industriële export is sterk gedaald en het financiële systeem van het land blijft in crisis. Evenals de meeste andere landen in de wereld heeft de regering in Kiev miljarden euro's of dollars beschikbaar gesteld om financiers en industriëlen van reddingsoperaties te voorzien, terwijl de leefomstandigheden voor de meeste Oekraïners hebben te lijden van een stijgende werkloosheid, dalende inkomens en een hoge inflatie. Oekraïne werd zelf pas gered van faillissement door een noodkrediet in 2009 van het Internationaal Monetair Fonds van meer dan 16 miljard dollar. Het IMF en de Oekraïense elite zullen dit geld terug proberen te verdienen, evenals andere verliezen opgelopen tijdens de crisis, door het snijden in overheidsuitgaven en het verder verlagen van de lonen en de levensstandaard van de Oekraïense werknemers. De officiële werkloosheid ligt rond de 9 procent, terwijl het werkelijke aantal werklozen waarschijnlijk veel hoger is. In de overheidsstatistieken wordt geen rekening gehouden met het grote aantal mensen die werken in de zogenaamde "zwarte economie" van illegale bedrijven, wat neerkomt op ongeveer 45 procent van het Oekraïense bruto binnenlands product, zo blijkt uit onderzoek door de krant Delo. Er is geen overeenstemming voor democratische en sociale hervormingen in de Oekraïense elite, waarvan de enorme rijkdom en privileges verkregen werden door de plundering van de economie sinds de liquidatie van de Sovjet-Unie. Tussen hen en het Oekraïense volk bestaat een grote kloof. De verandering van personeel aan de top in Kiev deed in de afgelopen 5 jaar, na de Oranje revolutie, niets om de aanvallen op de levensstandaard van de werknemers af te weren of om stabiele parlementaire regels vast te stellen. Integendeel, de gebeurtenissen van vijf jaar geleden betekende een staatsgreep door een kliek van oligarchen, gesteund door het VS-imperialisme, door de macht over te nemen ten koste van hun rivalen, die steun ontvangen van de Russische elite. Klachten over 'gestolen verkiezingen', frauduleuze uitslagen en het zich beroepen op de democratische rechten, zowel in de Oekraïne en de westerse media, waren slechts een politieke dekmantel voor andere doelstellingen. De uiteindelijke garantie voor een bevrediging van de sociale en democratische aspiraties van de Oekraïense bevolking kan, net als die van hun Russische en Europese broeders, alleen worden bereikt door middel van een politiek onafhankelijke beweging die werkelijk de belangen van de bevolking nastreeft. Maar in die richting zullen de verkiezingen van 17 januari geen perspectief bieden. E-Mail: insudok@yandex.ru Website: http://www.insudok.nl |
Lees meer over: europa globalisering | aanvullingen | Elsevier | Elsevier - 15.01.2010 12:18
Goed de papieren editie van de Elsevier van vorige week vrijdag gelezen! | |
aanvullingen | |