Voor a.s. zaterdagmorgen in Amsterdam. Koos - 24.03.2010 16:29
Herdenking van dé Actie van de Eeuw(de vorige). Aanslag Bevolkingsregister Amsterdam 27 maart 1943. ACTIE van de EEUW, de vorige: Aanslag Bevolkingsregister. Tijdens de eeuwwisseling rond 2000, kwam een aardig gedeelte van aktievoerend Nederland bijeen in de Spuistraat in Amsterdam om de aanslag op het Bevolkingsregister uit te roepen tot de Actie van de Eeuw. Bij de stemming (ja, dat deden we toen!) kwam begrijpelijk geen enkele andere actie in de buurt. Doel, idee, creativiteit, inzet, opoffering, voorbeeld, resultaat, loslippigheid en de slachtoffers, het was voor de aanwezigen een makkelijke keus. Velen komen jaarlijks naar de Februari-staking, terecht. Maar waarom er weinigen naar de jaarlijkse herdenking op de Plantage komen? Ik weet het niet. Aanstaande ZATERDAGMORGEN 27 MAART, 10u30 op de hoek naast Artis. In 1943 plegen leden van het zogenoemde kunstenaarsverzet een aanslag op het Bevolkingsregister aan de Plantage Kerklaan. Marieke Prins schreef voor 'Reisgids voor de Tweede Wereldoorlog' (Uitgeverij Bert Bakker, 2005) een reportage over deze gebeurtenis. Plantage Kerklaan 36-38 Televisiekijkend Nederland zal het pand aan de Amsterdamse Plantage Kerklaan 36-38, naast de ingang van dierentuin Artis, vooral herkennen als Studio Plantage. Hier worden bekende praatprogramma's als B&W en Buitenhof opgenomen. Maar het gebouw van de negentiende-eeuwse architect Van Mourik is om nog een andere reden in the picture bij bezoekers van de hoofdstad. Hier was tijdens de oorlog de gemeentelijke afdeling Burgerlijke Stand, Bevolkingsregister en Verkiezingen gevestigd. De persoonsgegevens van iedere Amsterdammer werden er bewaard, van de plaats in het gezin tot beroep, godsdienst en verhuisdata. Hierdoor vormde het een rijke bron van gegevens voor de bezetter, die het archief dan ook dankbaar inzette bij de opsporing van joden, arbeidskrachten en verzetsmensen. Kunstenaarsverzet Op een zaterdagavond, 27 maart 1943, verschijnen er negen personen, van wie zes in politie-uniform, voor de toegangsdeur van het pand. Het zijn leden van het zogenoemde kunstenaarsverzet, onder wie beeldhouwer Gerrit van der Veen, schilder-schrijver Willem Arondéus en de schrijver en Spanje-deskundige Johan Brouwer. Arondéus draagt die avond het uniform van een politiecommandant en treedt op als leider van het groepje. Arondéus maakt de vier bewakers van het bevolkingsregister wijs dat zich in het pand verdachte personen schuilhouden. De 'politieagenten' eisen toegang en vragen de bewakers te helpen zoeken. De list werkt: de verzetsmensen worden binnengelaten en weten de bewakers te overmeesteren. Omdat ze van tevoren hebben afgesproken dat er geen doden mogen vallen, gaan de overvallers zorgvuldig met hun gevangenen om. Ze nemen de bewakers hun wapens af, slaan hen in de boeien en geven ze voor de zekerheid nog een verdovende injectie, alvorens hen met getapete ogen via de achterdeur naar de dierentuin te versjouwen. Daar laten ze de bewakers op de grond achter midden tussen de onderduikers die zich bij de dierenkooien verborgen houden. Vijf tijdbommen Intussen trekken de andere overvallers zo veel mogelijk archiefkasten open. Ze gooien de persoonskaarten op de grond en overgieten ze met de brandstof benzol. Op strategische punten in het gebouw plaatsen ze vijf tijdbommen. De architect Koen Limperg, die deel uitmaakt van het kunstenaarsverzet, heeft van tevoren op tekeningen aangegeven waar de bommen het meeste effect zullen hebben. Om een uur of elf, wanneer de overvallers zich allang uit de voeten hebben gemaakt, gaan de tijdbommen af en zetten ze het gebouw in lichterlaaie. Weinig haast met blussen De gealarmeerde brandweer - die is getipt over de bedoeling van de brand - maakt aanvankelijk weinig haast met blussen, om vervolgens overvloedig water naar binnen te spuiten zodat de persoonskaarten nog eens extra beschadigd raken. Als de brand is gedoofd blijkt echter dat de overval, ondanks de goede voorbereiding, slechts gedeeltelijk is geslaagd. De stapels persoonskaarten zijn te compact om goed brand te vatten en de ijzeren archiefkasten hebben de administratie goed beschermd. Slechts 15 procent van de systeemkaarten is volledig verloren gegaan. Het gebouw is daarentegen zwaar beschadigd. De ramen zijn gebarsten en de zolder met het schuine dak is verdwenen. De afscheiding ervan is boven het huidige zolderloze pand nog steeds te zien: twee grijze driehoeken op aangrenzende muren markeren de loop van het oude dak. Plaquette Plantagestudio De Duitsers loven een grote beloning uit voor tips over de aanslagplegers. Het duurt dan ook niet lang voordat de groep wordt verraden: binnen twee weken worden de meeste daders en hun helpers door de Sicherheitsdienst opgepakt. Op 1 juli, na een proces in het Tropenmuseum - op tien minuten loopafstand van het voormalige bevolkingsregister - worden twaalf leden gefusilleerd. Arondéus is een van hen. Een plaquette met de twaalf namen hangt aan de gevel van de huidige Plantagestudio. Hij is ontworpen door Willem Sandberg, de toenmalige conservator van het Stedelijk Museum en de enige van de groep die de oorlog heeft overleefd. Glazen tranen De naam van nog een overvaller ontbreekt op de plaquette: die van Gerrit van der Veen. De beeldhouwer weet aan de SD te ontkomen en onderneemt nog verschillende aanslagen. Op 1 mei 1944 pleegt hij een overval op het Huis van Bewaring aan de Weteringschans, waar leden van het verzet worden vastgehouden. De bewaking betrapt hem en neemt hem onder vuur: zwaargewond wordt Van der Veen afgevoerd naar een onderduikadres, waar hij niet veel later wordt gearresteerd. Op 10 juni wordt hij in de duinen bij Overveen gefusilleerd. Op de gevel van voormalige luchtplaats van de gevangenis - nu het Max Euweplein - hangt tegenwoordig een blauw vlak met glazen tranen ter herinnering aan de gevangenen, de bevrijdingspoging van Van der Veen en een latere overval door de bekende verzetsman Johannes Post. E-Mail: koosborghouts@kpnmail.nl |