De Turkse overheid en de realiteit van de Koerden...
Selman İpek is in loondienst bij het distributiebedrijf ‘Fırat’. Dit bedrijf verspreid de kranten ‘Azadiye Welat’ en ‘Özgür Gündem’. Allebei in lijn met de strijdbare Koerdische volksbeweging voor vrijheid, democratie en zelfbeschikkingsrecht. Het werk van Selman İpek bestaat uit het verspreiden van de twee kranten in Diyarbakır, een belangrijke Koerdische stad in zuidoostelijk Turkije.
Op een dag wordt Selman, terwijl hij aan het werk is, door de Turkse politie aangehouden en geïntimideerd. Hij wordt ter plekke ondervraagd en bedreigd. Hij moet antwoorden geven op vragen als “Aan wie verkoop je de kranten?”, “Hoeveel kranten verkoop je?”, “Hoeveel kranten neemt de gemeenschap af?” en “Hoeveel kranten geef je aan de ‘BDP’?”. (‘BDP’ staat voor ‘Barış ve Demokrasi Partisi’, in het Nederlands ‘Partij voor Vrede en Democratie’. Het is een democratisch-progressieve volkspartij voor heel Turkije die ook onder de Koerden in Turkije veel aanhang heeft vanwege haar ondubbelzinnige en consequente oppositie tegen de nationale onderdrukking en discriminatie van de Koerden.)
De politie registreert de naam van Selman en raadt hem aan om voortaan geen kranten meer te verspreiden, als hij niet wil dat hem ‘iets’ overkomt. Deze keer heeft Selman geluk. Want er zijn in heel Turkije talloze gevallen bekend van mensen die op straat in elkaar geslagen, doodgeknuppeld of doodgeschoten worden omdat zij progressieve kranten verkopen, verslaggever zijn van een progressieve krant of een ander medium of omdat zij kritische pamfletten verspreiden.
Bijna iedere demonstratie van Koerden wordt met fel politiegeweld geconfronteerd. Speciale manschappen, wapenstokken, pepergas, waterkanonnen en vuurwapens worden ingezet om mensen die voor vrijheid, etnische erkenning, culturele rechten en democratie demonstreren klein te krijgen. Bij nagenoeg alle demonstraties raken mensen licht tot ernstig gewond als gevolg van politiegeweld. Bovendien worden mensen in te veel gevallen ook regelrecht doodgeschoten of verliezen zij hun leven aan de gevolgen van zware verwondingen. De Turkse rechtbanken stellen zich bijzonder begripvol en empatisch op ten opzichte van politieagenten die voor de ogen van honderden getuigen doelbewust en doelgericht demonstranten doodschieten. Herhaaldelijk is gebleken dat de standaardverklaring “Ik viel op de grond en hoorde opeens een schot, maar of het mijn wapen was of dat van een andere agent weet ik niet meer.” voldoende is om het voor de rechters ‘aannemelijk’ te maken dat het ‘niet’ de aangeklaagde politieagent was die een demonstrant doodschoot. Op grond van dezelfde verklaring werd ook de politieagent vrijgesproken die Özgür Arda, een 30-jarige Koerdische jongeman, vermoordde. Zo worden er in Turkije nog steeds mensen vermoord terwijl hun moordenaars maar al te gemakkelijk vrijgesproken worden en vrij rond kunnen lopen.
Is het ooit ergens op aarde voorgekomen dat een burger tot een gevangenisstraf van 11 jaar en 3 maanden veroordeeld werd omdat een rechtbank enkel en alleen op grond van het dragen van een ‘guerilla’-sjaal bewezen achtte dat deze burger lid zou zijn van een terroristische organisatie? Ja, dat is in de maand november van 2011 in Turkije, om precies te zijn in İstanbul voorgekomen. Cihan Kırmızıgül, een student aan de Galatasaray Universiteit in İstanbul kreeg die straf door een rechtbank aldaar opgelegd omdat hij schuldig bevonden werd op grond van de ‘misdaad’ van het dragen van een sjaal om zijn nek.
Volgens de Vereniging voor Mensenrechten zijn in het jaar 2012 ten minste 109 gedetineerden in Turkse gevangenissen overleden. Volgens het Ministerie van Justitie is het aantal zieke gedetineerden in Turkse gevangenissen momenteel 460. De Vereniging voor Mensenrechten registreert dat de gezondheid van zeker 100 gevangenen in een kritieke toestand verkeert. Desondanks weigert de Turkse staat in de persoon van president Abdullah Gül die daartoe bevoegd is deze 100 mensen vrij te laten zodat zij zich op tijd en adequaat kunnen laten behandelen. De gewoonte van de staat is om de zieke gedetineerden onbehandeld te laten en ze gevangen te houden totdat bijna de dood erop volgt. Pas als de dood er bijna op zal volgen en geen enkele behandeling meer hun overlijden kan voorkomen, worden de desbetreffende gedetineerden vrijgelaten.
In de afgelopen periode van drie jaar zijn meer dan 11.000 Koerden, bijna allemaal leden, afgevaardigden of bestuurders van de ‘BDP’, op brutale wijze opgepakt en zonder een eerlijk proces voor onbepaalde tijd of een relatief groot aantal jaren gevangen gezet. Deze nog steeds met veel geweld voortgezette systematische operatie van de Turkse staat, is erop gericht om de hele Koerdische vrijheidsbeweging te arresteren en op te sluiten. De motiverende logica daarachter is: ‘Als de Koerdische vrijheidsbeweging niet door het veelzijdige staatsgeweld klein of kapot te krijgen is, dan moet de Koerdische vrijheidsbeweging maar compleet opgepakt en opgesloten worden.’. Onder degenen die opgesloten zijn, zijn er vele tientallen vrijzinnige journalisten en nog eens vele honderden en honderden advocaten, leraren, kinderen, minderjarige scholieren, studenten, vakbondsactivisten, kunstenaars en intellectuelen. Kortom, mensen die oppositie voerden of konden voeren tegen de Turkse regering van dictator Erdoğan. Mensen ook, die bijna allen ten laste gelegd kregen betrokken te zijn bij ‘terroristische activiteiten’ en/of lid te zijn van een ‘terroristische organisatie’. Maar wat zijn dat, ‘terroristische activiteiten’ en ‘terroristische organisatie’?
De bovengenoemde ‘BDP’ wordt zowel door de Turkse regering als door de Turkse rechterlijke macht als ‘verlengstuk van een terroristische organisatie’ en ‘dus’ als ‘terroristische organisatie’ beschouwd en als zodanig behandeld. De feitelijkheid is echter deze, dat de ‘BDP’ een geweldloze en vreedzame partij is die zich samen met andere democratisch-progressieve partijen en maatschappelijke bewegingen inspant voor vrede en democratie in Turkije. De partij is met bijna 40 zetels in het Turkse parlement vertegenwoordigd en is zij zowel in het parlement als in de samenleving op een opbouwende manier actief. In het parlement heeft zij haar parlementaire activiteiten en in de samenleving haar geweldloze maatschappelijke acties, zoals bijvoorbeeld de jaarlijkse ‘Newroz’-viering of de regelmatige protestdemonstraties tegen willekeurig politiegeweld en andere vormen van mensenrechtenschending door Turkse autoriteiten. Desondanks kan iemand die zichtbaar enige sympathie voor deze partij toont al snel als lid van een ‘terroristische organisatie’ beschouwd en als zodanig berecht worden. Het geabonneerd zijn op een kritische krant die de Koerdische vrijheidsstrijders niet als terroristen beschouwd en waarin opbouwend en verzoenend over de Koerdische kwestie bericht wordt, is genoeg om ‘beschuldigd’ te worden van betrokkenheid bij een ‘terroristische activiteit’.
Maar tegenwoordig is het ernstiger gesteld met de politieke realiteit in Turkije. Want om van betrokkenheid bij ‘terroristische activiteiten’ en lidmaatschap bij een ‘terroristische organisatie’ verdacht te worden of om überhaupt opgepakt, opgesloten, gemarteld of vermoord te worden, is het genoeg om Koerd te zijn en is het genoeg om als niet-Koerd met de Koerden te solidariseren. De moorddadigheid, machts arrogantie en -willekeur van de Turkse staat ten aanzien van de Koerden kent geen beperkingen. Getuige ook het voorval van ruim een jaar geleden waarbij in het dorp Roboski in zuidoostelijk Turkije precies 35 Koerdische burgers door Turkse gevechtsvliegtuigen gebombardeerd en vermoord werden. De ruime meerderheid van de doden bestond uit kinderen en pubers. De overigen waren bijna allen jonge mannen die nog in de kracht van hun leven waren. Ruim een jaar na dato weigeren de regering Erdoğan en de Turkse strijdkrachten nog steeds om verantwoording af te leggen over de lafhartige moord op de 35 onschuldige, nietsvermoedende mensen.
De bijna 20 miljoen Koerden in Turkije wordt niet alleen het recht op zelfbeschikking of het recht op onderwijs en meningsuiting in het Koerdisch ontzegd, maar wordt hen zelfs het recht op leven ontzegd.
Een stuk tekst over Turkije uit het jaarboek 2012 van Amnesty International: “Toegezegde constitutionele en andere wettelijke hervormingen werden niet doorgevoerd. In plaats daarvan werd het recht op vrijheid van meningsuiting bedreigd en kregen demonstranten te maken met toenemend politiegeweld. Duizenden vervolgingen volgens ondeugdelijke antiterrorismewetgeving voldeden stelselmatig niet aan normen voor een eerlijk proces. Burgers kwamen om bij bomaanslagen. Er werd geen vooruitgang geboekt in het erkennen van het recht op gewetensbezwaar of het beschermen van de rechten van kinderen binnen het rechtssysteem.”.
De tekst van Amnesty International mag dan wel op een treffende manier de realiteit van het Koerdische volk in Turkije weergeven, toch slaat de beschrijving in de tekst vooral op de realiteit en het karakter van de Turkse overheid. Een fascistische en corrupte overheid die de humanitaire en democratische rechten van alle volkeren in het land aan haar laars lapt. Een overheid bovendien, die de armen steeds armer maakt om de rijken steeds rijker te maken en het er tegelijkertijd ook zelf van te nemen.
Ondertussen tonen de Turkse lobby-groepen zich uiterst actief en steeds actiever in hun veelzijdige inspanningen. In verschillende delen van de wereld en ook in Europa en Nederland richten deze groepen zich op uiteenlopende prominenten, instellingen, organisaties en volkskringen. Een van hun belangrijkste doelen is om alles en iedereen wijs te maken dat Turkije inmiddels een ‘ontwikkeld’, ‘modern’ en ‘Europa-waardig’ land is dat bovendien ook de humanitaire en democratische grondrechten ‘respecteert’...!