Wanneer: 10/07/2014 - 19:03
Afgelopen maandag heeft de Raad van Discipline uitspraak gedaan in de tuchtzaak tegen Meindert Stelling. Namelijk een schorsing van 4 weken.
Aan het eind van dit artikel staat de reaktie van Meindert Stelling zelf op deze uitspraak.
Na de commotie in mei over een aanstaande schorsing, zal dit voor de meeste lezers een rare verrassing zijn. De steungroep had dit in 1e instantie ook niet goed door.
Wat blijkt:
Tijdens de procedure van de tuchtzaak vond deken Martens dat er ineens een spoedbelang was om Meindert Stelling te schorsen. Dit was een procedure binnen de lopende tuchtzaak.
Martens vroeg hiermee om een maatregel waarmee Meindert Stelling met spoed voor onbepaalde tijd geschorst kon worden, een dergelijke maatregel wordt alleen ingezet indien de betreffende advocaat ernstig dreigt te ontsporen.
Hier was de Raad van Discipline het niet mee eens, waardoor een onmiddellijke schorsing van de baan was.
Ondertussen liep de ‘gewone’ tuchtzaak gewoon door.
Daarin is nu uitspraak gedaan, en de schorsing van 4 weken die nu is opgelegd, is geen maatregel, maar een straf, zoals een boete of een gevangenisstraf ook een straf is.
Meindert Stelling gaat tegen deze uitspraak in hoger beroep.
Dan gaat de behandeling van de klacht van deken Martens naar het Hof van Discipline.
Het hoger beroep heeft een opschortende werking voor de uitvoering van de schorsing.
De uitspraak is te vinden op:
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken-in-domein/advocaten/resultaat?besli...
Op de ontwapensite komt morgen een overzicht te staan van de tuchtzaak met alle daarbij aangehaakte zaken. http://ontwapen.puscii.nl/
Reactie van Meindert Stelling
Beste mensen,
De raad van discipline heeft in zijn uitspraak van 7 juli 2014 mij veroordeeld tot een schorsing van vier weken. De raad baseert die straf op twee gronden. In de eerste plaats op mijn weigering mij tegenover de Haagse deken Bas Martens te verantwoorden voor mijn meningsuiting omtrent het functioneren van bepaalde leden van de rechterlijke macht. In de tweede plaats zou ik mij onnodig grievend hebben uitgelaten over die rechters en te weinig respect voor hen hebben getoond.
De uitspraak van de raad van discipline komt voor mij niet als een verrassing. Dit gelet op de opstelling van zowel de Haagse deken als de Haagse raad van discipline. Een opstelling die wordt gekenmerkt door minachting voor de Grondwet en mensenrechten, een gewetenloos onkritische benaderingswijze van rechterlijke beslissingen en een totaal gebrek aan waarheidsliefde. Het is dan ook een gotspe dat de corrupte raad van discipline, die in de klachtzaak stelselmatig heeft gekozen voor bedrog en schending van de wet, in zijn uitspraak de euvele moed heeft om te stellen dat ik mij onethisch zou hebben gedragen.
De uitspraak van de raad van discipline geeft aan dat men kritiek op de handelwijze van leden van de rechterlijke macht afwijst. Dat men die kritiek wil onderdrukken, ondanks het feit dat de vrijheid van meningsuiting is gewaarborgd in de Grondwet. Een waarborging die inhoudt dat die vrijheid uitsluitend door de wetgever kan worden beperkt. En er bestaat geen wet die bepaalt dat advocaten geen kritiek op leden van de rechterlijke macht mogen uiten, of die de meningsuiting van advocaten meer beperkt dan die van andere burgers.
De corruptie van de raad van discipline blijkt dan ook uit het gegeven dat de raad deze grondwettelijke bescherming van de meningsuiting ongedaan tracht te maken. De raad doet dit door een rechtstreeks beroep op de beperkingen van de meningsuiting in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Beperkingen die ingevolge het verdrag niet in een wettelijke bepaling hoeven te zijn neergelegd, zoals de Grondwet vereist. Op dit punt biedt de Grondwet dus meer bescherming aan de meningsuiting dan het Europees Verdrag. En op bedrieglijke wijze gaat de raad van discipline voorbij aan de bepaling van het Europees Verdrag die inhoudt dat het verdrag op geen enkele manier afbreuk doet aan de verdergaande bescherming die de Grondwet biedt aan de meningsuiting. Een bepaling waarop ik uitdrukkelijk heb gewezen, maar wat door de corrupte raad van discipline dus opzettelijk wordt verzwegen.
Kern van de zaak is natuurlijk mijn kritiek op de uitspraak van de Hoge Raad van 21 december 2001 inzake kernwapens. De Hoge Raad beweerde daarin dat het rechtmatig zou kunnen zijn om een hele stad met behulp van een kernwapen te vernietigen. Daarmee beweerde de Hoge Raad dat een nucleaire massamoord rechtmatig zou kunnen zijn. Een opvatting die niet alleen strijdig is met het absolute verbod om de burgerbevolking aan te vallen, maar ook met iedere moraliteit. Onder geen enkele omstandigheid is massamoord immers moreel aanvaardbaar. Maar nu maakt de raad van discipline in zijn uitspraak mij een verwijt inzake die kritiek. Ik zou onnodige grievend zijn en ook te weinig respect tonen voor rechters, omdat ik het heb gehad over gewetenloze en moreel corrupte leden van de Hoge Raad. Daarmee schaart de raad van discipline, zoals de deken dat al eerder had gedaan, zich feitelijk achter de barbaars immorele en juridisch misdadige opvatting van de Hoge Raad dat een nucleaire massamoord rechtmatig kan zijn. Een overtuigender blijk van zijn juridische, intellectuele en morele corruptie zou de raad van discipline niet hebben kunnen geven.
Mijn slotsom is dan ook dat een corrupte raad van discipline een veroordeling heeft uitgesproken over een advocaat die, tegenover het falen van rechters, opkomt voor de handhaving van fundamentele mensenrechten. Het is een dan ook een uitspraak die ieder juridisch en moreel gezag ontbeert.
Meindert
Voor een overzicht (pdf) van de procesgang in de tuchtzaak tegen advocaat Meindert Stelling, zie: http://ontwapen.puscii.nl/wp-content/uploads/2014/07/Procesgang-tuchtzaa...