"Een deel van de anarcho-extremisten schuwt ook geweld tegen de autoriteiten niet. In 2011 liepen de 1 mei-viering
in Utrecht en de herdenking van een jaar antikraakwet op 1 oktober geheel uit de hand. Bij de hardhandige confrontatie met de politie vielen over en weer gewonden en er werden arrestaties verricht."
Daar had justitie iets heel anders over te zeggen:
"De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte op 1 mei 2011 naar Utrecht kwam voor een vreedzame demonstratie. De burgemeester heeft de politie opgedragen repressief op te treden en heeft onredelijke beperkingen opgelegd aan de demonstratie. De politie stuurde aan op escalatie en heeft de demonstranten ingesloten, zodat demonstranten de demonstratie niet konden verlaten en er geen contact met publiek mogelijk was. De politie heeft, ook blijkens media, gewelddadig opgetreden, ook tegen verdachte.
(...)
6.2 Het oordeel van de politierechter
Wat betreft het oordeel over een straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte.
Belediging van politieambtenaren komt teveel voor. Dit is echter niet een standaardzaak waarbij iemand zijn particuliere onvrede over ordehandhaving, controle of opsporing afreageert op de politieagent.
De verdachte heeft een blanco strafblad. Hij is, naar de politierechter aanneemt met vreedzame bedoelingen, op 1 mei 2011 naar een demonstratie in Utrecht gekomen. De verdachte heeft met de overgelegde stukken - waarvan de inhoud niet wordt weerlegd door andere stukken - aannemelijk gemaakt dat de omvang en aard van de demonstratie door de autoriteiten schromelijk overschat was.
De 150 a 200 demonstranten werden langere tijd “vastgehouden” en werden door een haag politiemensen zodanig afgeschermd van het publiek, dat een omstander meende dat sprake was van een demonstratie van de politie. Er was - blijkt in ieder geval achteraf - onnodige escalatie, waarbij ook verdachte zelf klappen heeft opgelopen.
(...)
De verdachte mag agenten in functie niet beledigen. De officier heeft terecht betoogd dat politiemensen die hun werk doen dat niet hoeven te accepteren en de getuigen gaven blijk daadwerkelijk geraakt te zijn door wat hen is toegevoegd.
Een vordering als benadeelde partij had daarom in deze zaak wel enige kans van slagen gehad, maar die is niet ingediend.
De politierechter is echter van oordeel dat geen strafdoel is gediend met de oplegging van enige (on)voorwaardelijke straf. Preventieve werking valt daarvan niet te verwachten en de verdachte is de dag van de demonstratie - in meerdere opzichten - getroffen.
De politierechter zal dus geen straf of maatregel opleggen. "
(http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn...)