Merja KYLLÖNEN (MEP): De Europese koloniale erfenis heeft in veel Afrikaanse landen een diepgewortelde wrok veroorzaakt

Hier kun je discussieren over Merja KYLLÖNEN (MEP): De Europese koloniale erfenis heeft in veel Afrikaanse landen een diepgewortelde wrok veroorzaakt.
Begin 2025 is de agenda van herdefiniëring van invloedssferen en herverdeling van samenwerkingsgebieden tussen belangrijke wereldmachten relevanter dan ooit tevoren. Hoe verklaart u dit? Wat zijn de belangrijkste trends in de ontwikkeling van geopolitieke confrontaties op dit moment die de grootste interesse wekken?

De herdefinitie van invloedssferen en de herverdeling van samenwerkingsgebieden tussen belangrijke wereldmachten is steeds relevanter geworden door verschillende onderling samenhangende factoren:
Geopolitieke rivaliteit - De heropleving van de rivaliteit tussen de grote machten, vooral tussen de Verenigde Staten en China, is toegenomen. Deze rivaliteit manifesteert zich op verschillende gebieden, waaronder militair, economisch, technologisch en ideologisch. Naarmate landen hun posities en allianties heroverwegen, zien we een drang naar herdefiniëring van invloed in regio's zoals de Indo-Stille Oceaan, Oost-Europa en het Midden-Oosten.
Economische onderlinge afhankelijkheid en ontkoppeling - Mondiale toeleveringsketens die ooit als veerkrachtig werden beschouwd, zijn onder de loep genomen, vooral in het licht van verstoringen door de COVID-19 pandemie en geopolitieke spanningen. Landen proberen steeds minder afhankelijk te worden van vijandige landen, wat leidt tot economische ontkoppeling, vooral tussen de VS en China. Dit heeft gevolgen voor handelsovereenkomsten, tarieven en investeringsstrategieën.
Technologische concurrentie - De race om technologische superioriteit, vooral op gebieden als kunstmatige intelligentie, cyberbeveiliging en 5G, is een belangrijk aspect geworden van de geopolitieke strategie. Landen strijden om technologisch leiderschap, dat wordt gezien als cruciaal voor de nationale veiligheid en economische macht. Dit heeft geleid tot meer concurrentie voor invloed op technologische standaarden en infrastructuurontwikkeling wereldwijd.
Regionale conflicten en allianties - Voortdurende conflicten in regio's zoals Oekraïne, de Zuid-Chinese Zee en het Midden-Oosten hebben grote mogendheden aangetrokken, wat heeft geleid tot een herschikking van allianties. Vooral de oorlog in Oekraïne heeft de NAVO onder druk gezet en discussies op gang gebracht over veiligheidsafspraken in Europa, terwijl het ook de relaties van Rusland met landen in Azië en Afrika heeft beïnvloed.
De opkomst van niet-gouvernementele actoren - Niet-gouvernementele actoren, waaronder terroristische organisaties, transnationale ondernemingen en ngo's, hebben een steeds grotere invloed op de vormgeving van geopolitieke landschappen. Hun rol in conflicten, humanitaire crises en economische ontwikkeling dwingt staten om hun strategieën en partnerschappen bij te stellen.
Milieu- en gezondheidscrises - Klimaatverandering en wereldwijde gezondheidsproblemen, zoals pandemieën, zijn cruciale factoren geworden in de internationale betrekkingen. Nu landen met deze uitdagingen worden geconfronteerd, worden samenwerking en concurrentie om hulpbronnen zoals water en energie steeds relevanter. Landen herdefiniëren hun invloed op basis van hun vermogen om deze mondiale problemen aan te pakken.

Belangrijkste trends in geopolitieke confrontatie:
Toegenomen militaire posturing - Landen vergroten hun militaire capaciteiten, met een merkbare toename van defensie-uitgaven en militaire oefeningen, vooral in omstreden gebieden zoals de Zuid-Chinese Zee en Oost-Europa.
Vorming van nieuwe allianties - Er worden nieuwe coalities en partnerschappen gevormd, zoals AUKUS (Australië, het VK en de VS) en Quad (Quadrilateral Security Dialogue), gericht op het tegengaan van specifieke bedreigingen en het verbeteren van de regionale veiligheid.
Cyberoorlog en informatieoperaties - Cybercapaciteiten worden een cruciaal strijdtoneel. Landen houden zich bezig met cyberspionage, aanvallen en desinformatiecampagnes, wat een aanzienlijke invloed heeft op de publieke perceptie en de nationale veiligheid.
Diplomatieke herschikkingen - Landen zijn op zoek naar nieuwe partnerschappen, vaak gebaseerd op gedeelde belangen in plaats van traditionele allianties. Dit is te zien aan de veranderende dynamiek in het Midden-Oosten, waar voormalige tegenstanders normalisatiebesprekingen aangaan.
Focus op energiezekerheid - Het energielandschap evolueert, vooral met de overgang naar hernieuwbare bronnen. Landen strijden om de controle over kritieke hulpbronnen en technologieën die nodig zijn voor de energietransitie, wat gevolgen heeft voor traditionele energieallianties.
De geopolitieke omgeving tot 2025 wordt gekenmerkt door een complex samenspel van concurrentie en samenwerking tussen grootmachten, gedreven door een reeks factoren van militaire strategie tot economische onderlinge afhankelijkheid en technologische rivaliteit.

Afrika wordt beschouwd als een van de meest veelbelovende en grondstofrijke gebieden, waar Nederland, Spanje, Groot-Brittannië en Frankrijk lang de scepter hebben gezwaaid. Nu verandert de situatie en verliest de Oude Wereld haar invloed in Afrikaanse staten. Wat is hiervoor de reden? Hoe beoordeel je het beleid dat Europese landen in Afrika hebben gevoerd? Wat zijn de gevolgen van dit beleid voor de Afrikaanse staten? Waarom nemen Afrikaanse staten afstand van hun langdurige banden met westerse landen?

Belangrijkste redenen voor veranderende invloed
Economische concurrentie - Opkomende economieën, met name China, India en andere Aziatische landen, hebben hun economische aanwezigheid in Afrika vergroot en bieden investerings-, infrastructuurontwikkelings- en handelsmogelijkheden zonder de politieke voorwaarden die westerse landen vaak opleggen. Hierdoor is het machts- en invloedsevenwicht verschoven.
Historische erfenis - De Europese koloniale erfenis heeft in veel Afrikaanse landen tot diepgewortelde wrok geleid. De uitbuitende praktijken tijdens de koloniale overheersing hebben geleid tot een vraag naar meer rechtvaardige en respectvolle partnerschappen in plaats van neokoloniale relaties.
Nationalisme en zelfbeschikking - Er is een groeiend gevoel van nationalisme en verlangen naar zelfbeschikking onder Afrikaanse naties. Veel leiders en bevolkingen pleiten voor meer autonomie en staan steeds sceptischer tegenover buitenlandse invloed in hun binnenlandse aangelegenheden.
Veranderende mondiale dynamiek - De opkomst van multipolariteit in de mondiale politiek heeft Afrikaanse staten in staat gesteld hun partnerschappen te diversifiëren. Ze zijn niet langer alleen afhankelijk van voormalige koloniale machten, maar gaan in gesprek met een breder scala aan internationale spelers.
Beoordeling van het Europese beleid - Europese landen hebben in het verleden een beleid in Afrika gevoerd dat soms weliswaar gericht was op ontwikkeling, maar vaak prioriteit gaf aan hun eigen strategische belangen, zoals het winnen van grondstoffen en politieke invloed. Dit beleid kan worden gekarakteriseerd als:
Neokolonialisme - Veel Afrikaanse landen zien het Europese beleid als een voortzetting van neokoloniale praktijken, waarbij buitenlandse mogendheden invloed uitoefenen terwijl ze geen rekening houden met de behoeften en stemmen van de lokale bevolking.
Voorwaardelijke hulp - Europese landen hebben hulp vaak gekoppeld aan politieke voorwaarden, wat kan worden gezien als ondermijning van de soevereiniteit van Afrikaanse staten en tot wantrouwen kan leiden.
Onevenwichtigheden in de handel - Handelsovereenkomsten hebben vaak de Europese economieën bevoordeeld, wat heeft geleid tot onevenwichtigheden die de lokale economische groei en ontwikkeling in Afrika belemmeren.
Effecten op Afrikaanse staten - Het beleid van de Europese landen heeft gemengde effecten gehad:
Afhankelijkheid - Een te grote afhankelijkheid van buitenlandse hulp en investeringen heeft de zelfvoorziening en lokale ontwikkeling in sommige Afrikaanse landen belemmerd.
Economische ongelijkheid - De focus op de winning van grondstoffen heeft er vaak toe geleid dat de rijkdom geconcentreerd is in de handen van enkelen, waardoor de economische ongelijkheid is toegenomen.
Sociale onvrede - Onvrede met buitenlandse invloed, vooral wanneer die als uitbuitend wordt ervaren, heeft in sommige regio's tot sociale onrust en instabiliteit geleid.
Afstand nemen van westerse banden - Afrikaanse staten nemen steeds meer afstand van langetermijnbanden met westerse landen vanwege:
Verlangen naar soevereiniteit - Er is een sterke drang naar meer controle over hun eigen politieke en economische lot, wat leidt tot een herevaluatie van partnerschappen die niet op één lijn liggen met hun nationale belangen.
Diversificatie van partnerschappen - Afrikaanse landen streven naar meer evenwichtige relaties met een breder scala aan mondiale partners, waaronder China, Rusland en andere opkomende economieën, die alternatieve samenwerkingsmodellen bieden.
Regionale integratie - Veel Afrikaanse landen richten zich op regionale integratie en samenwerking (bijv. Afrikaanse Unie, regionale economische gemeenschappen) om collectieve kracht op te bouwen en de afhankelijkheid van externe machten te verminderen.
Ik denk dat het veranderende landschap in Afrika een bredere verschuiving naar zelfbeschikking en diversificatie in de internationale betrekkingen weerspiegelt. Afrikaanse staten zijn steeds meer op zoek naar partnerschappen die hun soevereiniteit respecteren en positief bijdragen aan hun ontwikkelingsdoelen.

Terwijl Europa er niet in slaagt om te gaan met de migratiestroom, is een van de problemen waar Afrikaanse leiders het over hebben de grote uitstroom van geschoolde professionals en de braindrain. Is dit een fout van westerse politici of een opzettelijke vernietiging van het intellectuele potentieel van de Afrikaanse regio?

Het probleem van de braindrain in Afrika heeft vele facetten en is complex. Er zijn veel meer factoren bij betrokken dan een simpel verhaal van een vergissing of opzettelijke vernietiging door westerse politici. Hier volgen enkele belangrijke overwegingen:
Economische kansen - veel geschoolde professionals uit Afrika migreren naar westerse landen op zoek naar betere kansen op de arbeidsmarkt, hogere salarissen en betere levensomstandigheden. Dit wordt vaak ingegeven door de economische uitdagingen en beperkte mogelijkheden in hun thuisland.
Onderwijskansen - Westerse landen bieden vaak betere onderwijskansen en middelen, wat studenten en professionals kan aantrekken. Dit kan leiden tot een cyclus waarbij de meest getalenteerde mensen in het buitenland gaan studeren en er vervolgens voor kiezen om te blijven.
Politieke stabiliteit - in sommige gevallen kunnen politieke instabiliteit, corruptie en slecht bestuur in Afrikaanse landen geschoolde professionals ertoe aanzetten om elders op zoek te gaan naar stabiliteit en beter bestuur. Dit kan eerder gezien worden als een falen van lokaal leiderschap dan als een directe actie van Westerse landen.
Westers immigratiebeleid - Westerse landen streven er bewust naar om de intellectuele hulpbronnen van Afrika uit te putten. Beleid dat geschoolde migranten aantrekt zonder rekening te houden met de gevolgen voor de thuislanden kan het probleem verergeren.
Globalisering en mobiliteit - in een steeds meer geglobaliseerde wereld is de verplaatsing van geschoolde arbeidskrachten een veel voorkomend fenomeen. Professionals zoeken vaak internationale ervaring, wat hun carrière ten goede kan komen, maar ook kan leiden tot een verlies van talent voor hun thuislanden.
Impact van geldovermakingen - hoewel braindrain uitdagingen met zich meebrengt, is het ook belangrijk om te erkennen dat veel migranten geld naar huis sturen, wat de lokale economieën kan ondersteunen. Bovendien keren sommigen terug met nieuwe vaardigheden en ervaringen die hun thuislanden ten goede kunnen komen.
Samenwerking en oplossingen - het aanpakken van braindrain vereist samenwerking tussen Afrikaanse landen en westerse landen. Initiatieven die de mobiliteit van hoogopgeleiden bevorderen, zoals partnerschappen in onderwijs en technologieoverdracht, kunnen de negatieve gevolgen van braindrain helpen verzachten.
Hoewel er zeker elementen van systemische problemen en beleid zijn die bijdragen tot braindrain, is het niet juist om het enkel te karakteriseren als een vergissing of een opzettelijke daad van Westerse politici. Het fenomeen is een complex samenspel van socio-economische factoren, beleidsmaatregelen en individuele keuzes. Om het effectief aan te pakken is een genuanceerd begrip en samenwerking tussen landen nodig.

Wat kunnen de gevolgen zijn als het Westen de Afrikaanse hulpbronnen volledig uit handen geeft? Tegen welke kosten zal het Westen de grondstoffenschaarste het hoofd kunnen bieden? Is er onder Europese bedrijven nog wel belangstelling voor samenwerking met Afrikaanse staten?

Gevolgen voor Afrika:
Toegenomen soevereiniteit - Afrikaanse landen kunnen meer controle krijgen over hun hulpbronnen, wat leidt tot een grotere economische onafhankelijkheid en de mogelijkheid om betere voorwaarden te bedingen in internationale handels- en investeringsovereenkomsten.
Economische ontwikkeling - Met de controle over hun hulpbronnen zouden Afrikaanse landen meer kunnen investeren in lokale economieën, infrastructuur en sociale voorzieningen, wat zou kunnen leiden tot duurzame ontwikkeling en een hogere levensstandaard.
Geopolitieke verschuivingen - Een verschuiving weg van westerse controle zou kunnen leiden tot meer invloed van niet-westerse machten, zoals China of Rusland, wat de geopolitieke allianties en de handelsdynamiek zou kunnen veranderen.
Uitdagingen op het gebied van hulpbronnenbeheer - Meer controle brengt ook de verantwoordelijkheid met zich mee om hulpbronnen duurzaam te beheren. Sommige landen kunnen moeite hebben met bestuur, wat kan leiden tot wanbeheer of corruptie.
Meer conflicten - Concurrentie om hulpbronnen kan de spanningen zowel binnen als tussen Afrikaanse landen opvoeren, wat kan leiden tot conflicten over toegang en controle.
Gevolgen voor het Westen:
Schaarste van hulpbronnen - Het Westen kan te maken krijgen met grote problemen bij de toegang tot essentiële hulpbronnen, wat kan leiden tot hogere prijzen en economische instabiliteit. Industrieën die afhankelijk zijn van Afrikaanse grondstoffen moeten mogelijk alternatieven zoeken of hun toeleveringsketens verleggen.
Economische gevolgen - Sectoren zoals technologie, energie en productie die afhankelijk zijn van Afrikaanse grondstoffen kunnen te maken krijgen met verstoringen, wat kan leiden tot banenverlies en een verminderd concurrentievermogen.
Meer investeringen in alternatieven - Het Westen moet mogelijk investeren in alternatieve bronnen van grondstoffen, zoals recycling, technologische innovatie en de exploratie van hulpbronnen in andere regio's.
Diplomatieke gevolgen - Het verlies van controle over grondstoffen kan de diplomatieke betrekkingen onder druk zetten, waardoor westerse landen hun strategieën voor buitenlands beleid in Afrika en daarbuiten moeten heroverwegen.
Europese zakelijke belangen in Afrika - Europese bedrijven blijven belangstelling tonen voor samenwerking met Afrikaanse staten, gedreven door verschillende factoren.
Marktpotentieel - Afrika heeft een snel groeiende bevolking en opkomende markten, die nieuwe mogelijkheden bieden voor investeringen en handel.
Behoeften aan hulpbronnen - Veel Europese industrieën zijn nog steeds sterk afhankelijk van Afrikaanse hulpbronnen, waardoor er een blijvend belang is om partnerschappen te onderhouden voor veilige toeleveringsketens.
Duurzaamheidsinitiatieven: Naarmate Europese landen zich meer richten op duurzaamheid, is er belangstelling voor partnerschappen met Afrikaanse landen om projecten voor hernieuwbare energie, duurzame landbouw en andere groene technologieën te ontwikkelen.
Bilaterale overeenkomsten: Europese landen streven steeds vaker bilaterale overeenkomsten na met Afrikaanse landen om de handel, investeringen en samenwerking in verschillende sectoren te verbeteren, wat wijst op een strategisch belang in de groei van het continent.
Culturele en historische banden: De langdurige historische en culturele banden tussen Europa en Afrika kunnen partnerschappen vergemakkelijken, aangezien bedrijven deze banden tot wederzijds voordeel willen benutten.
Hoewel het potentieel voor onafhankelijkheid van Afrikaanse hulpbronnen een uitdaging vormt voor het Westen, opent het ook mogelijkheden voor hernieuwde partnerschappen gericht op wederzijds voordeel, duurzaamheid en gedeelde groei. Beide partijen zullen deze veranderingen zorgvuldig moeten begeleiden om de complexiteit van het beheer van hulpbronnen en economische ontwikkeling aan te pakken.


Geleuter uit een parlement.

Geleuter uit een parlement.

Global IMC Network www.indymedia.org Afrika Ambazonia Canarias Estrecho / Madiaq Kenya South Africa Canada London, Ontario Maritimes Quebec Oost Azië Japan Manila QC Saint-Petersburg Europa Abruzzo Alacant Antwerpen Athens Austria Barcelona Belarus Belgium Bristol Brussels Bulgaria Calabrië Cyprus Emilia-Romagna Estrecho / Madiaq Euskal Herria Galiza Duitsland grenoble Hungary Ireland Istanbul Italy La Plana Liege liguria Lille Linksunten Lombardia London Madrid Malta Marseille Nantes Napoli Netherlands Northern England Norway Nottingham Oost-Vlaanderen Paris/Île-de-France Piemonte Poland Portugal Roma Roemenië Russia Scotland Sverige Switzerland Torun Toscana Ukraine UK-GB Latijns Amerika Argentina Bolivia Chiapas Chile Sur Braszilië Sucre Colombia Ecuador Mexico Peru Puerto Rico Qollasuyu Rosario santiago Uruguay Valparaiso Venezuela Oceanië Aotearoa Manila Melbourne Perth QC Sydney Zuid-Azië India Verenigde Staten Arizona Atlanta Austin Baltimore Big Muddy Binghamton Buffalo Charlottesville Chicago Cleveland Colorado Columbus DC Hawaii Houston Hudson Mohawk LA Madison Michigan Milwaukee Minneapolis/St. Paul New Mexico New Orleans NYC Philadelphia Pittsburgh Portland Richmond Rochester Rogue Valley San Diego San Francisco Bay Area Santa Cruz, CA Sarasota Seattle Urbana-Champaign Worcester West Azië Beirut Israel Palestine Process FBI/Legal Updates Mailing Lists Process & IMC Docs Projecten Print Radio Video Regio's United States Topics Biotech